OpinieWelbeschouwd
Lof zij de God van Israël

Kerst ligt achter ons. Maar het Evangelie van het Kerstkind geldt nog evenzo. Aan wie was het geadresseerd? Aan wie allereerst? De engel in de velden van Efratha kwam rechtstreeks uit de hemel. Heengezonden door de grote God en Koning met de belangwekkende boodschap bij uitstek: „Zie, ik verkondig u grote blijdschap die alle den volke wezen zal: u is heden geboren de Zaligmaker!”

Ds. J.M.J. Kieviet
beeld RD
beeld RD

Alle den volke… Lange tijd verstond men deze woorden in kringen die het wereldwijde zendingswerk waren toegedaan als: alle volken. Dat bleek bij nader inzien toch een misverstand. Alle den volke is in dit verband niet anders dan: voor heel het volk. Luther vertaalde met: „allem Volck”. Welk volk? Het volk waartoe de herders hoorden. En niet minder moeder Maria en Jozef, haar man. En daarom ook het heilig Kind Jezus. Ze hoorden allen tot het volk uit Abraham gesproten, dat zo veel gunsten heeft genoten… En nu ontving dat volk in zijn midden de eigen Zoon van de hoogheilige God. Voor hen allen bestemd. Aan hen allen gegeven. Gekomen tot het Zijne!

Sinds 7 oktober jongstleden verkeert Israël in rouw. Een gruwelijke terreuraanval had het karakter van een pogrom, zodanig als sinds midden vorige eeuw niet was gebeurd. „Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o Heere!” (Psalm 4). Een schreeuw om de komst van de Verlosser. En toen, na veel eeuwen, werd het Kerst. Een Kind werd geboren. Een Zoon werd gegeven. De heerschappij is op Zijn schouder! (Jesaja 9).

Opmerkelijk toch? Jezus werd geboren te midden van Zijn volk Israël. Met het oog op dat Israël. De geboorteberichten door Lukas zijn er tot de rand toe mee gevuld. Leest u maar mee. Maria mag horen dat haar Zoon Koning zal zijn over het huis van Jakob in der eeuwigheid (1:33). Als ze er over zingen gaat, roemt ze Gods barmhartigheid waarmee Hij Israël, Zijn knecht, heeft opgenomen (1:54). Enkele maanden later klinkt in datzelfde huis uit de mond van Zacharias de lof aan de God van Israël, want Hij heeft verlossing teweeggebracht voor Zijn volk (1:68). Na nog enige tijd verheft weer een andere getuige zijn stem. Nu in het heiligdom in Jeruzalem. Simeon, hij leeft in de verwachting van Gods vertroosting voor Israël (2:25). En dan ziet Hij in het Kind in zijn armen een Licht tot verlichting van de volkeren, maar niet minder tot heerlijkheid van Israël, het volk van God (2:32). En de oude Anna? Samen met anderen ziet zij uit naar de verlossing in Jeruzalem (2:38). Die hoop beschaamt niet!

Er is voor Israël ondanks alles geen reden tot wanhoop. Wanneer althans het volk leert verwachten zoals Maria en deze anderen deden. „Israël hope op de Heere. Want bij de Heere is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing” (Psalm 130). Het Kind Jezus is geen kind meer. Hij is de Overwinnaar in de troon. De boekrol van de geschiedenis heeft Hij in handen (Openb.5). Lof zij de God van Israël!

De auteur is christelijk gereformeerd emeritus predikant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Welbeschouwd

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer