Bouwen aan planetaire ethiek
Globalisering is iets onstuitbaars. Toch hebben politici de opdracht zich ermee te bemoeien. „Corrigeren en repareren”, zegt CDA-kamerlid Jan Jacob van Dijk. „Ons christelijk-sociale denken biedt daarvoor goede aanknopingspunten.” ChristenUnie-denker Roel Kuiper gaat een stap verder. Wat hem betreft lopen christenpolitici voorop bij het formuleren van een „planetaire ethiek.”
Beiden zijn ze gepokt en gemazeld in het christelijk-sociale denken. De een doceert het als hoogleraar reformatorische wijsbegeerte, de ander als hoogleraar christelijk-sociaal denken aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Aan den lijve ondervinden ze beiden het globaliseringsproces waar de wereld midden in zit. Kuiper sprak er onlangs over in Egypte, met christelijke studenten. „Ze waren heel positief over de invloed van westerse bedrijven op hun samenleving.”
Glimlachend toont Van Dijk de blackberry die hij als kamerlid standaard bij zich draagt. „Met dit apparaat kan ik overal ter wereld via teletekst het nieuws volgen.” Hij noemt het de globalisering in het klein. „Nog niet zo lang geleden kon je jezelf in landen als Argentinië of Bolivia volledig onderdompelen in de lokale cultuur. Door alle verbindingen via kabel en satelliet is dat voorbij. Tegenwoordig kom je praktisch nergens meer los van onze eigen dominante westerse cultuur.”
Het is niet anders. Dat de techniek de wereld -althans in de beleving van mensen- omturnt tot een dorp (global village), is een fenomeen dat zelfs de machtigste politicus niet kan tegenhouden. „Antiglobalisten verkopen onzin”, formuleert Van Dijk kernachtig. „Je kunt net zo goed roepen dat je tegen de zwaartekracht bent.” Kuiper is het met de CDA’er eens. „Noch verheerlijking noch veroordeling is op zijn plaats. Het is een onstuitbaar proces, aangedreven door techniek, economische dynamiek en snelle communicatie.”
Toch hebben Kuiper en Van Dijk wel degelijk een mening over de globalisering. Een „gemengd verschijnsel”, noemt Kuiper het. „Je zou het tegelijk een schrede naar de hemel en een schrede naar de hel kunnen noemen.” Van Dijk vindt die uitspraak te hoogdravend. „Ik onderschrijf dat het een gemengd proces is, maar trek het iets minder in de ethisch-filosofische sfeer. Als politicus is het mijn taak de gevolgen goed in de gaten te houden en te zorgen dat die zo positief mogelijk zijn.”
Betrokkenheid
In de mensa van de Erasmus Universiteit legt Kuiper uit wat hij bedoelt. Globalisering kan worden opgevat als schrede naar de hel, omdat het zorgt voor een „ontremming van het kwaad.” Via razendsnelle verbindingen zoals het grenzeloze internet bereikt wetteloosheid ongehinderd de uithoeken van de aarde. „Alles wat bedenkelijk, vuil en vunzig is, gaat de hele wereld over.” Intussen profiteren westerse megabedrijven in verre oorden gretig van de gebrekkige regelgeving die ze er aantreffen.
Toch wil Kuiper niet in het negatieve blijven steken. Als christen ziet hij de globalisering tevens als schrede naar de hemel. „In het Evangelie zelf ligt een drang die reikt tot aan de einden van de aarde. Al bij de schepping maakt God duidelijk dat Hij wil dat de aarde vervuld wordt. De wereld is in de Bijbel nadrukkelijk één; de uiteinden doen mee. Ook de mensheid is één; de volken zijn van één bloede. Het planetaire denken dat we met de globalisering zien opkomen, past daarbij.”
Hoe je het ook wendt of keert, zegt Kuiper, het is een goede zaak dat ons planetaire bewustzijn sterker wordt. „We voelen ons weer deel van de wereldbevolking. We zien dat de wereld vol is met mensen zoals wij. Dat de culturele en sociale afstanden kleiner zijn geworden, zie je aan de overweldigende reacties op de zeebeving in Azië. Die enorme solidariteit is hartverwarmend. Met dergelijke goede effecten van de globalisering mogen we ronduit blij zijn.”
De toenemende betrokkenheid over landsgrenzen heen, blijft volgens Kuiper niet beperkt tot natuurrampen. „Je ziet het ook in politiek-juridisch opzicht. Kijk naar de internationale reactie op de fraude rond de presidentsverkiezingen in Oekraïne. We rusten niet voordat zoiets beantwoordt aan de maatstaven van een democratische wereldorde. Mensenrechtenschendingen in verre landen nemen we steeds hoger op. Ook de islam moet aan bepaalde maatstaven voldoen voor we die godsdienst acceptabel achten.”
Zo groeit langzaam maar zeker iets van een „planetaire ethiek.” Christenen lopen bij de opstelling en uitwerking daarvan wat Kuiper betreft voorop. „In de Bijbel lezen we hoe de aarde moet worden behandeld en hoe we moeten omgaan met het kwaad in de wereld. Interventies zijn daarbij niet uitgesloten. Het heeft me verrast hoezeer Groen van Prinsterer en Abraham Kuyper daar al in de negentiende eeuw over nagedacht hebben.”
Dat het deels in de christelijke genen zit, heeft de oorlog in Irak bewezen. Kuiper: „Christenen steunden die oorlog. Ze deden dat vanuit het besef dat ook wereldleiders te maken hebben met een hoger, een heilig recht. Christenen zijn geen cultuurrelativisten. Het beginsel van de publieke gerechtigheid geeft hun denken wereldwijde dimensies. Het zal mij benieuwen hoe het nu met Noord-Korea gaat. Ook ten aanzien van dat land wordt niet meer geaccepteerd dat het kwaad ongehinderd voortwoekert.”
Corrigeren
CDA-kamerlid Van Dijk hoort zichtbaar op van de term ”planetaire ethiek”. Hij is het met Kuiper eens dat het christelijk-sociale denken belangrijke bouwstenen bevat voor een gefundeerde visie op globalisering. „Wij hebben toch een bepaalde visie op de mens, op de menselijke waardigheid en op de heelheid van de schepping. Die visie kan ons helpen een politiek te formuleren die erop is gericht te negatieve gevolgen van de globalisering te corrigeren.”
Toch gaat het spreken over een planetaire ethiek Van Dijk te ver. „Ik denk dat mijn verhaal bij het thema globalisering helemaal wat minder positief is dan dat van Kuiper. Neem datgene wat hij zegt over de solidariteit die volgde op de zeebeving in Azië. Ik ben daar tamelijk cynisch over. Ik waardeer het ontzettend dat mensen geld geven, maar het draagt wel de trekken van een hype. Zijn we niet behoorlijk sensatiebelust aan het worden als we ruim geven voor de tsunami, terwijl het drama in Darfur alweer aan onze aandacht ontsnapt?”
Heeft Van Dijk er dan ook iets tegen dat premier Balkenende naar hartelust meedeed aan de nationale tv-actie voor Azië? „Nee, dat niet”, reageert de CDA’er. „Dat is het dubbele. Enerzijds kun je positief zijn over de solidariteit die je in zo’n actie tegenkomt. Maar anderzijds zie je het sensatiebeluste. En dan gaat het mij te ver om naar aanleiding van zo’n actie te stellen dat de wereld zich meer en meer één grote gemeenschap gaat voelen.”
Van Dijk ziet het als opdracht voor de politiek zich te richten op het „corrigeren en repareren” van de schadelijke gevolgen die de globalisering onmiskenbaar met zich meebrengt. De ILO, de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties, noemt hij in dat verband als heel belangrijke internationale organisatie. „De ILO werkt met vijf principes die cruciaal zijn als voorwaarden binnen de moderne wereld. Ieder land moet een vrije vakbond kennen, vrij onderhandelbare arbeidsvoorwaarden, een verbod op dwangarbeid, een verbod op discriminatie en een programma tegen kinderarbeid.”
De vijf principes zijn neergelegd in acht ILO-verdragen die stammen uit de jaren zestig. Juist door de globalisering zijn die volgens Van Dijk actueel. „Als politici staan we voor de taak om deze voorwaarden te handhaven. Als een land zich er niet aan houdt, moet het daarop worden aangesproken. En als het dan nog niet thuis geeft, moet er een boycot volgen. Tegen Myanmar is dat al gebeurd, Cuba en Zimbabwe staan min of meer op de nominatie.”
Van Dijk is het pertinent oneens met het standpunt van de antiglobalisten dat alleen het internationale bedrijfsleven zou profiteren van de globalisering. „Dat is echt niet waar. Dat KLM zijn administratie nu in India heeft zitten, is ook goed voor de samenleving daar. Mijn rol als politicus kan daarom beperkt blijven tot het bestrijden van de kwalijke uitwassen van de globalisering. De politiek stelt de randvoorwaarden voor hoe het proces zich kan ontwikkelen.”
Rechtsorde
Zowel Van Dijk als Kuiper wijst op het belang van de internationale rechtsorde voor het in juiste banen leiden van de globalisering. Van Dijk noemde al de ILO, maar voegt daar graag de Verenigde Naties, de Wereldhandelsorganisatie, het Internationale Monetair Fonds en de Wereldbank aan toe. „Ik heb geen behoefte aan hemelbestormende ideeën over een soort wereldbestuur nu we een global village zijn geworden. Wel is het nodig dat de verschillende organisaties beter samenwerken om in elk geval de ergste uitspattingen aan te pakken.”
Kuiper, in het verleden directeur van het wetenschappelijk bureau van de RPF, pleit in één adem voor planetaire ethiek en „internationale instanties die kunnen optreden.” Hij geeft toe dat partijen als SGP, GPV en RPF lang niet altijd hebben staan juichen bij de vorming van organisaties als de VN. „Gelukkig zie je dat daar binnen die partijen tegenwoordig veel genuanceerder over wordt gedacht. In diverse brochures blijkt dat ze de internationale rechtsorde inmiddels stevig omarmen.”
Enerzijds ligt dat aan organisaties als de VN zelf, die door hun opstelling in de loop der tijd vertrouwen wisten te wekken, meent Kuiper. „De VN hebben aangetoond dat ze er zijn om kwaad in te dammen en niet om te heersen. Tegelijkertijd zien we steeds beter dat we internationale instanties hard nodig hebben nu het kwaad zich in toenemende mate als grenzeloos manifesteert. De problemen waarmee we worden geconfronteerd, vragen om een aanpak op wereldniveau. Denk alleen al aan het broeikasprobleem.”
Hoe positief is de globalisering voor waarden- en normenstelsels? Hebben politici in dat opzicht ook iets te beschermen?
Kuiper: „Politici moeten er goed op letten dat waarden en normen hun bedding blijven behouden. Waarden hebben namelijk verworteling nodig, tijd en plaats, een bepaalde lokaliseerbaarheid. Ze moeten worden onderhouden, juist nu, binnen een veilige lokale setting. Dat is nodig om een goed wereldburger te kunnen zijn. We moeten nooit uit het oog verliezen dat je waarden en ethiek aanleert in concrete situaties, niet met abstracte personen op afstand, maar met nabije naasten. Neem het begrip verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid draag je vooral naar de naasten in je directe omgeving. Neem ook een bijbels begrip als de gemeenschap der heiligen. Die heeft weinig te maken met een preek van een verre tv-dominee, maar krijgt juist gestalte in de plaatselijke gemeente.”
Van Dijk: „Het mooie van globalisering is dat je heel goed kennis kunt nemen van de waarden in andere waardengemeenschappen. Dat kan een verrijking zijn. Maar we moeten niet de fout maken het eigene maar op te geven en het andere meteen over te nemen. We moeten juist nadenken over de vraag welk belang we precies hechten aan onze eigen waarden en normen. Het contact met andere waardengemeenschappen dwingt ons daarover na te denken. Het dwingt ons ook onze eigen waarden en normen heel actief over te dragen op volgende generaties.”
Vindt u dat christelijke partijen zich voldoende rekenschap geven van de globalisering?
Van Dijk: „Alle partijen zijn daar op hun manier mee bezig. De één let wat sterker op het sociale, de ander op het milieuaspect, weer een ander op het economische. Wij doen het vanuit het christelijk-sociale denken. Ik wil me daarover niet op de borst kloppen of beweren dat wij het beter doen dan de anderen. Wel kan ik zeggen dat wij niet zo veel hebben met de liberale term ”verantwoord ondernemen”. Alsof dat iets extra’s is boven op normaal ondernemerschap. Bij ons staat als een paal boven water dat iedere ondernemer zich voluit verantwoordelijk heeft op te stellen. Normbesef staat in onze visie centraal.”
Kuiper: „Direct onder het trefwoord globalisering zul je bij ChristenUnie of SGP niet zo veel rapporten tegenkomen. Maar dat betekent nog niet dat er niet over nagedacht wordt. Als je de brochures leest die zijn geschreven over onderwerpen als Europa of internationale organisaties, dan zie je dat de christelijke politiek zich er wel degelijk rekenschap van geeft dat globalisering een van de urgente kwesties is van onze tijd. Ook christeneconoom Bob Goudzwaard heeft over globalisering een heel goed boek geschreven: ”Globalization and the Kingdom of God”.”