IJspret in Oosterbeek; „Schaatsgeluid maakt intens gelukkig”
„Alleen al van het geluid van schaatsen word je intens gelukkig”, zegt Daniëlle Dekkers. De Arnhemse heeft woensdagochtend op de natuurijsbaan in Oosterbeek de ijzers ondergebonden. Ze geniet ervan.
„Dit is het ultiem winterse, blije gevoel”, lacht Dekkers, die samen met dochter Keetje woensdagmorgen het natuurijs is opgegaan. „Mijn dochter moest eigenlijk naar gym, maar ik zei tegen haar: We gaan nu even buiten gymen.”
De lucht is strakblauw, het vriest een graad of vijf. Amper is de ijsbaan in Oosterbeek open of tientallen schaatsfans zwieren al over de ijsvloer.
Aan de neus van Johanna hangt een druppel. „Heerlijk om lekker buiten te zijn”, zegt de vrouw uit Oosterbeek. „Ik heb alles ver- zet om nu even te kunnen schaatsen.” Ze trekt haar baantjes op klapschaatsen „met een stevige schoen.” „Op noren wiebel ik te veel.”
Ook economiestudent Irken Trouwborst is in zijn sas. „Ik schaats af en toe op een kunstijsbaan in Nijmegen, maar hier in de buitenlucht is het leuker. Mooi weer, zonnetje erbij, gezellige mensen.” De twintiger heeft woensdag les op de universiteit in Utrecht, maar voor het schaatsen moet alles wijken. „Volgens mij mis ik een college wiskunde”, grijnst Trouwborst.
Houtkachel
In het clubgebouwtje van de Oosterbeekse IJsvereniging, waar de houtkachel brandt, roert ijsmeester Sjon Grobbee rond kwart voor negen in zijn koffie. Hij heeft er al bijna een dag op zitten. In het holst van de nacht, woensdagmorgen om vier uur, besproeide hij samen met zijn zoon de ijsbaan.
Dinsdagochtend was hij nog eerder uit de veren. Met een soort giertank, waarin 4000 liter water kan, besproeit hij de ijslaag op het beton. Hij besprenkelt de baan met een enkele millimeter water, wacht tot dat laagje bevroren is en spuit dan weer een laagje verder.
Bloed
Grobbee zelf bindt zijn Friese doorlopers –beter bekend als houtjes– onder. „Schaatsen zit me in het bloed”, zegt de ijsmeester. Ook de boomlange Jene van der Heide is in zijn element. „We hebben veel regen gehad, nu hebben we lekker vrieskou en een zonnetje. Dinsdagavond ben ik hier al even wezen schaatsen met de kinderen.”
Als de kans zich zou voordoen, bindt hij komende weken de ijzers onder op vaarten in bijvoorbeeld de kop van Overijssel. „Het is prachtig schaatsen daar.” In ieder geval kan hij bogen op een mooie schaatsprestatie. „In 1997 heb ik de Elfstedentocht uitgereden. Het kruisje hangt trots aan de muur.”