Premier Sheikh Hasina heeft de parlementsverkiezingen van zondag gewonnen in Bangladesh. Dat meldt de nationale kiescommissie van het land, nadat eerder lokale media haar overwinning hadden bevestigd.
De 76-jarige Hasina, die sinds 2009 aan de macht is in het ongeveer 170 miljoen inwoners tellende land, is de leidster van de Awami Moslim Liga. Ze maakt zich nu op voor een vijfde ambtstermijn.
Hasina’s regering is niet omstreden. Zo wordt ze beschuldigd van ernstige mensenrechtenschendingen en zou ze de oppositie in het land onderdrukken. De verkiezingen werden dan ook geboycot door de belangrijkste oppositiepartij, de Nationalistische Partij van Bangladesh (BNP). Eind oktober werd oppositieleider Mirza Fakhrul Islam Alamgir aangeklaagd voor moord, nadat een politieagent om het leven was gekomen bij een gewelddadig protest.
De Awami Liga behaalde „meer dan de helft van de zetels” in het parlement, zei een woordvoerder van de kiescommissie enkele uren na het sluiten van de stembussen. Eerder op de dag had het hoofd van de kiescommissie, Habibul Awal, de opkomst geschat op 40 procent. Vele inwoners verklaarden dat ze niet waren gaan stemmen, omdat de uitslag volgens hen op voorhand vaststond. Bij de vorige verkiezingen in 2018 was er nog ongeveer 80 procent opkomst.
De verkiezingen werden overschaduwd door geweld. Aanhangers van een onafhankelijke kandidaat in een district bij hoofdstad Dhaka staken een aanhanger neer van de Awami Moslim Liga, aldus de kiescommissie. In de buurt van een stembureau in Dhaka ontploften volgens de politie twee bommen. Daarbij raakten vier mensen gewond. En in het district Tangail werden stembussen gestolen en in brand gestoken, waarop de politie het vuur opende. Daarbij raakten twee mensen gewond.
