Taiwan beschuldigt China van het in gevaar brengen van de internationale luchtvaart door ballonnen richting het eiland te sturen. Het Taiwanese ministerie van Defensie omschrijft die praktijk als een vorm van „psychologische oorlogsvoering”.
Taiwan heeft de afgelopen tijd herhaaldelijk melding gemaakt van ballonnen die bij of over het eiland vlogen. De autoriteiten daar staan op scherp in aanloop naar de verkiezingen van 13 januari. De uitkomst van die stembusgang kan grote gevolgen hebben voor de relatie met het communistische China.
De relatie tussen China en Taiwan verslechterde na de verkiezing van de Taiwanese president Tsai Ing-wen in 2016. Zij wordt door Beijing gezien als een separatist. China beschouwt het democratisch bestuurde Taiwan als eigen grondgebied. Het stuurt ook regelmatig gevechtsvliegtuigen richting het eiland.
Het Taiwanese ministerie zegt dat door ballonnen te sturen blijk wordt gegeven van „minachting voor de veiligheid van de luchtvaart en die van passagiers op internationale vluchten en vluchten over de Straat van Taiwan”. China heeft nog niet gereageerd op die kritiek.
Het is onduidelijk wat de functie is van de ballonnen. Het gaat mogelijk onder meer om weerballonnen die zijn bedoeld voor meteorologisch onderzoek. De VS haalden vorig jaar een Chinese ballon neer die volgens de Amerikanen gebruikt kon worden om inlichtingen mee te verzamelen.
