„NAVO-landen gaan meer doen in Irak”
NAVO-chef De Hoop Scheffer verwacht dat binnenkort alle 26 NAVO-landen iets bijdragen aan de prille democratie in Irak. Als ze geen troepen of instructeurs leveren, kunnen ze in elk geval meebetalen aan de activiteiten van anderen.
De Hoop Scheffer heeft dat woensdag in Brussel gezegd tegen de ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO-landen. „We vinden dat we het Iraakse volk moeten steunen, nadat het zo dapper zijn stem heeft uitgebracht”, zei hij op de dag dat bekend werd dat de einduitslag van de historische stembusgang in Irak nog even op zich zal laten wachten.
Oorspronkelijk zouden de resultaten donderdag bekend worden gemaakt, maar de biljetten in ongeveer 300 stembussen moeten opnieuw worden geteld. De uitslag wordt nu later deze maand gepubliceerd. De kiescommissie maakte eerder al bekend dat tijdens de verkiezingen op 30 januari rebellen hebben geknoeid met een aantal stembussen. Dit was vooral het geval in de noordelijke stad Mosul.
Uit de voorlopige resultaten blijkt dat de sjiitische Verenigde Iraakse Alliantie aan de leiding gaat. Een coalitie van Koerdische partijen staat tweede, gevolgd door het blok van interim-premier Allawi. De omvangrijke soennitische minderheid in Irak heeft het massaal af laten weten op 30 januari. Tekenend was dat in de soennitische provincie Salahadin, waarin onder meer Saddams geboorteplaats Tikrit ligt, meer sjiieten dan soennieten hebben gestemd.
De Hoop Scheffer was te spreken over de verkiezingen, die ertoe hebben geleid dat de Europees-Amerikaanse betrekkingen een nieuwe weg zijn ingeslagen. Dat bleek ook woensdag in Brussel. Sommige landen die tot dusver weigerden mee te werken, omdat ze de inval in Irak afwezen, beginnen bij te draaien.
België bijvoorbeeld zegde de VS woensdag juristen toe voor een nieuwe Iraakse grondwet. De meeste landen, waaronder Nederland, hebben de NAVO instructeurs geleverd om het Iraakse leger te trainen. De Hoop Scheffer wil de hulp verder uitbreiden.
De Amerikaanse minister Rice prees de bereidwilligheid van de Europese landen. „Dit was de beste discussie over Irak in NAVO-verband sinds de val van Saddam Hussein en ver daarvoor”, zei zij.
De Nederlandse minister Bot bepleitte tijdens de vergadering dat Frankrijk en Duitsland meer doen aan de training van het Iraakse leger, zoals ze vorig jaar hebben beloofd. Frankrijk traint nu geen officieren, Duitsland doet dat mondjesmaat buiten Irak. Bot vroeg bovendien opnieuw om een betere verdeling van de kosten binnen de NAVO. Nu zijn het in Irak actieve landen als Nederland die het meest betalen. Andere landen profiteren daarvan. Ook NAVO-chef De Hoop Scheffer streeft naar een evenwichtiger verdeling van de kosten. Hij verwacht echter dat die pas op de lange termijn tot stand zal komen.
De in Irak ontvoerde Italiaanse journaliste Giuliana Sgrena leeft en verkeert in goede gezondheid. Dat maakte haar werkgever, het linkse dagblad Il Manifesto, woensdag bekend. Sgrena zou zowel maandag als dinsdag zijn gezien door „een persoon”, aldus de krant. De 56-jarige correspondente wordt volgens het dagblad vastgehouden „door het soennitische verzet in een zone buiten Bagdad.” Zij werd vrijdag in Bagdad ontvoerd.
Onbekenden hebben woensdag in Bagdad een hoge functionaris van het Iraakse ministerie van Huisvesting en Wederopbouw doodgeschoten. Dat heeft de politie woensdag bekendgemaakt. De schutters bestookten de auto waarin de man zat.
Onbekenden schoten woensdag in Basra ook een Iraakse journalist dood. In Bagdad werd een functionaris van het ministerie van Binnenlandse Zaken door opstandelingen ontvoerd.
Bij een aanval op een konvooi werd bij de stad Balad, ten noorden van Bagdad, een Amerikaanse militair gedood.
De Iraakse minister Falah al-Naqib van Binnenlandse Zaken heeft woensdag gezegd dat in Irak achttien leden van de Libanese partij Hezbollah gearresteerd zijn op verdenking van terrorisme. De minister zei dit in de marge van een antiterrorismeconferentie in de Saudische hoofdstad Riyad. Hezbollah sprak later tegen dat een aantal van haar leden is gearresteerd.
Het Britse transportvliegtuig dat op 30 januari neerstortte in Irak, is neergehaald door verzetsstrijders. Dat heeft de Amerikaanse luchtmachtgeneraal Lance Smith woensdag gezegd.
De verantwoordelijkheid voor het neerhalen van de Hercules C-130, ongeveer 40 kilometer ten noorden van Bagdad, werd daags na de crash, waarbij alletien de inzittenden om het leven kwamen, opgeëist door de verzetsgroep De Groene Brigade.