Amerikanen doen hoger bod op slachtmachinemaker Marel
De fabrikant van slachtmachines Marel heeft een hoger overnamebod ontvangen van John Bean Technologies (JBT). Die Amerikaanse branchegenoot heeft zo’n 3,4 miljard euro over voor het IJslandse bedrijf, dat in Nederland ruim 2000 werknemers heeft.
JBT verhoogt het prijskaartje voor Marel daarmee met ongeveer 8 procent. Eind vorige maand wees Marel het eerste bod van de Amerikaanse toeleverancier voor de voedingsmiddelenindustrie af, omdat het te laag zou zijn.
Het nieuwe bod bestaat uit 3,40 euro per Marel-aandeel, plus de 827 miljoen euro aan schulden die JBT overneemt. Volgens het concern uit Chicago ligt het nieuwe bod 46 procent hoger dan de beurskoers van Marel voordat de eerste bieding bekend werd. Ten opzichte van de slotkoers op woensdag gaat het om een premie van 17 procent.
JBT denkt dat de combinatie met Marel kostenvoordelen oplevert. Ook zou het fusiebedrijf klanten een breed aanbod van machines en systemen voor de voedingsmiddelenindustrie opleveren.
Marel zegt het nieuwe voorstel zorgvuldig te beoordelen. Maar het is volgens het bestuur nog allerminst zeker dat er daadwerkelijk een deal komt.
Marel is met zo’n 8000 medewerkers actief in meer dan dertig landen. Ongeveer een derde van het personeel werkt in Nederland, bij vestigingen in Boxmeer, Lichtenvoorde en Dongen. Het bedrijf kocht in 2008 het onderdeel van Stork dat in Boxmeer kippenslachtmachines maakt. In 2016 volgde de overname van vleesverwerker MPS in Lichtenvoorde.