Hoogleraar klimaatbeleid ziet ambitie in overeenkomst klimaattop
Hoogleraar Heleen de Coninck ziet diverse positieve punten in de afspraken die op de klimaattop in Dubai (COP28) zijn gemaakt. „Er spreekt echt wel ambitie uit, nu komt het aan op de uitvoering”, reageert De Coninck, die is gespecialiseerd in internationaal klimaatbeleid. Ze is zowel aan de TU Eindhoven als de Radboud Universiteit Nijmegen verbonden.
„Je ziet dat de COP’s steeds concreter worden”, zegt de hoogleraar over de VN-conferenties. Ze is onder meer blij met concrete punten over het sterk uitbreiden van de duurzame energie-opwekking, meer energie-efficiëntie en het aanpakken van de uitstoot van kolencentrales en de methaanuitstoot in de komende jaren.
„Soms wordt nog wel bewust ergens een komma gezet, waardoor de tekst verschillend geïnterpreteerd kan worden”, ziet De Coninck. Een passage over het emissievrij maken van energiesystemen is daardoor bijvoorbeeld zwakker geworden dan had gekund.
„Het is ook niet zo dat ieder land nu precies weet wat het moet doen, daar is de tekst te ambigu voor”, legt de hoogleraar uit. De slotverklaring biedt bijvoorbeeld „geen duidelijk tijdpad” voor een ander energiesysteem of voor de veranderingen die nodig zijn in het financiële systeem om ontwikkelingslanden te helpen vergroenen.
Toch denkt de hoogleraar dat verklaringen als deze wel effect kunnen hebben. Zo kunnen maatschappelijke organisaties ze gebruiken om druk te zetten op hun regeringen, zegt ze. Ook juridisch denkt ze dat dit soort verklaringen van belang kunnen zijn.
Voorzitter Sultan Al-Jaber heeft het „best slim gespeeld”, vindt De Coninck. Hij bracht een dag voordat de top werd afgesloten nog „een naar fossiele belangen hangend” concept uit, terwijl bijvoorbeeld de EU afspraken eiste over het „uitfaseren” van fossiele brandstoffen. „In de uiteindelijke tekst wist hij van termen als ‘phase out’ of ‘phase down’ los te komen.” Het gaat in plaats daarvan over een „transitie weg van fossiele brandstoffen”. Dat bleek voor alle betrokkenen acceptabel.