Topontmoeting EU en Westelijke Balkan moet veiligheid vergroten
Demissionair premier Rutte schuift woensdag aan bij de EU-topontmoeting in Brussel met zes landen op de westelijke Balkan: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Kosovo. Gespreksonderwerp is onder meer het beter integreren van de veiligheidspolitiek, zowel aan de grenzen als digitaal. Dit is dringend geworden sinds de Russische inval in Oekraïne heeft aangetoond waartoe Rusland in staat is met EU-partners, zoals Oekraïne.
Ook voor de zes westelijke Balkanlanden bestaat de vrees dat Rusland er de stabiliteit wil ondermijnen. Andere gespreksonderwerpen zijn het over en weer erkennen van diploma’s en het vergemakkelijken van grensovergangen en visabeleid. Ze maken onderdeel uit van een geleidelijke toenadering van deze landen naar de regelgeving en interne markt van de EU. De bedoeling is dat de zes Balkanlanden zich zo klaarmaken voor EU-lidmaatschap.
De EU-Westelijke Balkantop is sinds vijf jaar een jaarlijkse aangelegenheid geworden. Dat is volgens diplomaten een teken dat de toenadering goed lukt, ook al maken meerdere landen al jaren nauwelijks voortgang op weg naar de EU. Ook is de relatie tussen Servië en Kosovo vijandig. Deze twee landen moeten hoe dan ook hun onderlinge spanningen eerst wegwerken voor ze tot de EU kunnen toetreden.
De EU-Westelijke Balkantop is een dag voor een andere EU-topontmoeting op donderdag en vrijdag. Dan zullen de EU-regeringsleiders onderling onder meer de toekomstige uitbreiding van de unie bespreken met de landen Oekraïne, Moldavië en Bosnië en Herzegovina. De Europese Commissie heeft vorige maand een analyse gemaakt van diverse landen die EU-lidmaatschap nastreven. De commissie heeft toen geadviseerd dat deze drie landen een volgende stap mogen zetten richting EU en echt aan de toetredingsonderhandelingen mogen beginnen als de EU-landen daarmee akkoord gaan. Dwarsligger voor de toenadering van Oekraïne is de Hongaarse premier Viktor Orbán, die nauwe banden onderhoudt met Rusland. Tot nu toe heeft Orbán zich wel constructief opgesteld rond de mogelijke toetreding van de westelijke Balkanlanden, zoals Bosnië en Herzegovina.
Diverse landen zijn nu bezorgd dat Orbán op de top wel groen licht wil geven voor Bosnië en Herzegovina, maar niet voor Oekraïne. Diplomaten hopen dit te voorkomen en willen een algemeen en objectief beleid rond de toelating van nieuwe lidstaten. Een dergelijk uitbreidingsbeleid zou los moeten staan van persoonlijke of historische banden van landen of politici.