„Westerse christen moet werk en kerk niet scheiden”
Hoe verbinden we de zondag met de maandag, de kerkdienst met de werkplek? Niet met boeken of een doorwrochte theologie van werk, maar door het dagelijkse werk de kerkdienst binnen te brengen en daar een eigen plek te geven.
Dat stelde dr. Matthew J. Kaemingk woensdagmiddag in zijn diesrede tijdens de viering van de 169e Dies Natalis van de Theologische Universiteit Utrecht (TUU).
Dr. Kaemingk, die als gereformeerde Amerikaan ooit Nederlands leerde lezen om Kuyper in de grondtekst te kunnen lezen, houdt zich bezig met de relatie tussen geloof en het publieke leven. Hij bezocht ooit een kerkdienst waar de voorganger zei: „We komen uit de drukte en de stress van alledag hier vanmorgen bij elkaar. Laten wij ons werk en onze zorgen bij de drempel achter laten, het is nu tijd om God te ontmoeten.” Dan gaat er iets fout volgens de Amerikaanse theoloog. „Hij had moeten zeggen: „Ik weet dat jullie leven vol zorgen en stress is. Komend uur brengen we onze zorgen en ons werk mee naar binnen en leggen het neer voor God.””
Het voorbeeld illustreert de ingewikkelde relatie voor westerse christenen tussen de zondag en de maandag. „We hebben wel een mooie theologie van werk, maar geen liturgie van werk. Als westerse kerk leven we een versnipperd leven, en daarmee komt ons werk los te staan van God”, aldus dr. Kaemingk.
Westerse christenen moeten daarom hun oor te luisteren leggen bij de wereldkerk waar geloof en werk veel meer geïntegreerd zijn. Kaemingk liet allerlei voorbeelden de revue passeren, zoals de rooms-katholieke priester in Californië die de kerkdienst naar de wijngaarden verplaatst waar uitgebuite Mexicaanse gastarbeiders ervaren: Christus is bij ons, ook in dit bestaan. Of christenen in Kenia die veel moeten reizen op zondag met de trein, en daarom een hele wagon hebben ingericht tot kerkgebouw.
Klagen
Niet alleen de wereldkerk, maar ook het Bijbelse volk Israël heeft ons veel te leren over de relatie tussen geloof en werk. „We leren dat je mag klagen over je werk. Als Israël wordt bevrijd uit het slavenbestaan in Egypte, dan leren ze ook een nieuwe manier van omgaan met werk en de vruchten van het werk. De oogsttijd is een gevaarlijke tijd; je kan zomaar denken: kijk eens aan, allemaal van mij, de vrucht van mijn arbeid. God leert het volk via een liturgie dat werk en vrucht van Hem zijn. Ze moesten de vruchten voor God neerleggen en vervolgens een feestmaal houden. Dat laat iets zien van God: God is een God van overvloed.”
Veel voorgangers, aan wie dr. Kaemingk zijn werk presenteert zeggen: „Klinkt goed, maar hoe doen we dit nu in de praktijk?” Dat is volgens de onderzoeker van Fuller Theological Seminary de vervolgstap: „Het komt er op aan om in de liturgie ruimte te scheppen voor de ervaringen van het dagelijkse werk: om God te prijzen voor succes, te belijden wat er verkeerd ging, te klagen over tegenslag, om voorbede te doen voor collega’s en klanten en om onze vruchten naar binnen te brengen. Wij helpen kerken om dit concreet te maken.”
Rector
Na de diesrede blikte de rector magnificus van de TUU, prof. dr. George Harinck, vooruit naar de komende tijd. De universiteit mag zich verheugen met oplopende studentenaantallen. De komende jaren zal het onderzoek zich richten op het thema ”Kwetsbaarheid en hoop”. Prof. Harinck: „In onze samenleving, ook in christelijke geloofsgemeenschappen en binnen organisaties, bestaan grote zorgen over de toekomst van onze leefwereld. Mondiale ontwikkelingen spelen hierin mee op het gebied van klimaat, zorg, polarisatie en oorlogen. We ervaren onze kwetsbaarheid intens. Met welke Bijbelse en theologische taal, in verbondenheid met welke ervaringen, en door middel van welke praktijken kan onderzoek vanuit deze universiteit bijdragen aan het omgaan met deze kwetsbaarheid en haar als inspiratie voor zorgzaamheid en verantwoordelijkheid zien?”