Sharons bezoek ligt gevoelig bij Egyptenaren
Israëliërs, Amerikanen, Arabieren en hoogwaardigheidsbekleders uit de gehele wereld waren welkom in het Egyptische Sharm al-Sheikh, een ”stad van vrede”. De Israëlische premier Ariel Sharon, die door veel Arabieren wordt beschouwd als een ”oorlogshitser” en ”slachter”, is tot dusver echter bewust op afstand gehouden. Dinsdag kwam daaraan een einde toen de Egyptische president Hosni Mubarak als gastheer optrad tijdens een topontmoeting tussen Sharon en de Palestijnse leider Mahmud Abbas.
Mubaraks onderdanen gingen niet allen zonder slag of stoot akkoord met die koerswijziging. In Alexandrië aan de Middellandse Zee en in Zagazig in de Nijldelta protesteerden maandag in totaal ongeveer 3000 studenten tegen de komst van Sharon. In een verklaring in naam van de Egyptische studenten werd er bij de Egyptische procureur-generaal op aangedrongen Sharon te arresteren wegens oorlogsmisdaden.
De vreedzame protesten gingen dinsdag door. Ongeveer 350 studenten onder leiding van een islamitische studentenorganisatie staken Israëlische en Amerikaanse vlaggen in brand en hieven spreekkoren aan waarin Sharon werd gehekeld. Een leuze op een spandoek noemde de ontvangst van Sharon ”een schande voor Egypte”.
Ook dagbladen van de oppositie betreurden het bezoek van de Israëlische premier. Eén krant sprak van de „ontheiliging van Egyptisch grondgebied.” Politieke commentatoren spraken van een knieval van Mubarak voor de Amerikanen.
Voor veel Arabieren is Sharon de verpersoonlijking van het kwaad. De huidige Israëlische premier vestigde in de jaren ’50 zijn reputatie als commandant van een eenheid die vergeldingsaanvallen op Palestijnen uitvoerde. Werkelijk gehaat maakte hij zich echter in 1982 als de man achter de bloedbaden in de vluchtelingenkampen Sabra en Chatilla in Libanon. Een door Israël gesteunde christelijke falangistische militie vermoordde er honderden Palestijnse vluchtelingen nadat Israëlische militairen, die de kampen omsingeld hadden, de falangisten er hadden toegelaten. Sharon was destijds minister van Defensie en droeg als zodanig de eindverantwoordelijkheid. Nadat een Israëlische onderzoekscommissie hem indirect verantwoordelijk had gesteld, legde hij in 1983 zijn ministerschap van Defensie neer. Hij bleef echter deel uitmaken van de regering als minister zonder portefeuille.
Egyptenaren houden Sharon daarnaast verantwoordelijk voor de dood van veel Egyptische krijgsgevangenen in de Zesdaagse Oorlog van 1967. Verder geldt hij in de Arabische wereld als de politicus die verantwoordelijk was voor de Israëlische invasie van 1982 in Libanon.
Mubarak ontving alle voorgangers van Sharon, maar had Sharon zelf tot dinsdag gemeden. De Egyptische president deed hem twee jaar geleden nog af als iemand die volstrekt niet geloofwaardig was als partner in het vredesproces. Na het overlijden van Yasser Arafat afgelopen november maakte Mubarak echter een koerswijziging van 180 graden. Hij noemde Sharon de „enige hoop op vrede” voor de Palestijnen. En in een interview met het Arabische tv-station al-Arabiya zei Mubarak in januari: „Ik ken Sharon goed.” Hij herinnerde eraan dat Sharon de nederzettingen in de Sina had laten ontmantelen voordat Israël zich in 1982 uit het woestijngebied terugtrok.
Er zijn ook Egyptenaren die hopen dat Sharon in het voetspoor zal treden van wijlen de Israëlische premier Yitzhak Rabin. „Na de top wordt alles goed”, zegt Mohammed al-Naggar, die een hotel drijft in Ras Sudr, een havenstad in de Sinaï aan de westkust van de Rode Zee. „De grenzen gaan open en er komt een razendsnelle ontwikkeling van de Sinaï.”