Buitenland150 jaar Boedapest

Boeda en Pest 150 jaar samen: jarige stad vol nationale trots

De grootsheid van de Hongaarse hoofdstad rijst op aan beide oevers van de Donau. Aan de Pestzijde de 96 meter hoge koepel van het parlementsgebouw, daartegenover de burcht van Boeda. Beide steden werden 150 jaar geleden verenigd tot Boedapest.

18 November 2023 20:07Gewijzigd op 20 November 2023 09:58
Straatzijde van het parlementsgebouw met op de voorgrond een monument ter herinnering aan de Hongaarse Opstand van 1956, met de tekst 2 Korinthe 4:9. beeld RD
Straatzijde van het parlementsgebouw met op de voorgrond een monument ter herinnering aan de Hongaarse Opstand van 1956, met de tekst 2 Korinthe 4:9. beeld RD

De Hongaren zijn een nationalistisch volk, trots op hun geschiedenis. Dat blijkt: honderden gedenkstenen en standbeelden in Boedapest herinneren aan helden uit het nationale verleden. Pleinen en straten dragen namen van de negentiende-eeuwse staatsmannen Gyula Andrássy, Lajos Kossuth, Ferenc Deák en anderen. Summum is het Heldenplein, aan het oosteinde van de Andrássyboulevard. In een zuilengalerij pronken veertien Hongaarse koningen uit de geschiedenis. Het plein werd aangelegd bij de duizendste verjaardag van Hongarije in 1896.

Het jaartal 896 –toen veroverde het Magy­aarse (Hongaarse) volk het gebied dat nu Hongarije is– was ook de inspiratiebron voor de hoogte van de twee gebouwen die –tot de bouw van een kantorencomplex in 2022– de hoogste van de stad waren: het parlementsgebouw en de Sint-Stefanusbasiliek. De koepel van beide gebouwen is 96 meter hoog. Kerk en staat zijn immers even belangrijk, zo was de gedachte.

beeld RD
De burcht van Boeda, gezien van de Pestzijde van de Donau. beeld RD

Het plan voor het parlementsgebouw, blikvanger op de oostelijke oever van de Donau, ontstond in 1880, zeven jaar na de vereniging van Boedapest. Architect Imre Steindl had een neogotisch complex ontworpen dat verdacht veel leek op de Britse parlementsgebouwen, die in 1870 waren voltooid. Boedapest wilde niet onderdoen voor de Europese grootmachten. Het 118 meter lange gebouw kwam geheel gereed in 1904, hoewel het, net als het Heldenplein, in 1896 al in gebruik werd genomen.

Opstand

Aan de achterzijde van het parlementsgebouw, op het Kossuthplein, bevindt zich een artistieke waterpartij met op de rand de tekst 2 Korinthe 4:9: „Vervolgd, doch niet daarin verlaten; nedergeworpen, doch niet verdorven.” Het monument herinnert aan de Hongaarse Opstand van 1956, die de communistische machthebbers bloedig neersloegen.

Als tegenhanger van het parlementsgebouw heeft ook de Boedaoever zijn aandachtstrekker: de burcht van Boeda, gelegen op een 70 meter hoge heuvel. De burcht is verschillende keren herbouwd, maar kwam voor het eerst gereed in 1265. Het huidige, barokke aanzien stamt uit de achttiende eeuw.

De bouw van de Sint-Stefanusbasiliek, de kerkelijke evenknie van het parlementsgebouw, begon in 1851, liep vertraging op doordat de koepel in 1868 instortte, en werd in 1905 voltooid. Het gebedshuis heeft een neoclassicistische stijl. Klassieke zuilen naast de hoofdingang dragen een timpaan, het driehoekige gevelveld aan de kop van een gebouw. Op de architraaf –de dwarsbalk daaronder– staan woorden van Jezus: „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.” Binnen in de kerk schitteren marmer en goud je van alle kanten tegemoet. De basiliek is genoemd naar Stefanus I (circa 975-1038), de eerste koning van het koninkrijk Hongarije.

19848394.JPG
De Sint-Stefanusbasiliek in Boedapest met de 96 meter hoge koepel. beeld RD

Trots

Parlementsgebouw en basiliek zijn exemplarisch voor de negentiende-eeuwse Hongaars-nationalistische trots. In 1867 had Hongarije het voor elkaar gekregen om een tamelijk soevereine positie in te nemen onder het bewind van de Oostenrijkse keizer Frans Jozef. Al in 1848, het Europese revolutiejaar, hadden Hongaarse revolutionairen onder leiding van de nationalist Lajos Kossuth geprobeerd zich te ontworstelen aan de Habsburgse monarchie. Dat mislukte, maar bij de zogeheten Ausgleich (”compromis”) van 1867 slaagde dit alsnog.

Dit min of meer zelfstandige Hongarije vroeg om een sterke hoofdstad. Vandaar de vereniging van drie steden tot Boedapest. Het betrof Pest, op de oostoever van de Donau, en, op de bergachtige westoever, de Hongaarse hoofdstad Boeda en het kleinere Oboeda. Het parlement nam het besluit tot vereniging op 22 december 1872. Op 17 november 1873 was die een feit.

Al in de jaren twintig van de negentiende eeuw hadden hervormingsgezinde Hongaren opgeroepen tot vereniging. Het cultuurverschil in beide steden was echter groot. De conservatieve, Duitssprekende adel zetelde in de hoofdstad Boeda, terwijl vernieuwingsgezinden en kooplui aan de overzijde woonden, in het bruisende Pest. Mede door de instroom van Hongaarssprekende immigranten –onder wie veel Joden– kreeg het vooruitstrevende gedachtegoed van Pest echter de overhand. Ook getalsmatig overvleugelde Pest Boeda: in 1848 woonden in beide steden ongeveer evenveel mensen, bij de vereniging in 1873 had Pest er ruim drie keer zo veel als Boeda.

Imago

Het is niet toevallig dat veel van Boedapests huidige highlights stammen uit de decennia na de vereniging. Vanaf 1870 rolde minister-president Gyula Andrássy, die bij de Ausgleich aan de macht was gekomen, een omvangrijk bouwplan uit om de stad meer aanzien te geven. De stad moest meer op het moderne Parijs dan op een Habsburgse stad gaan lijken.

19848404.JPG
Boedapest, met op de voorgrond de kettingbrug en daarachter de parlementsgebouwen. beeld iStock, Andrey Danilovich

Het imago-offensief had succes: was Pest-Boeda –de oude naam voor de nog niet verenigde stad– in 1870 de zeventiende stad van Europa in omvang, in 1900 nam de hoofdstad de achtste plek in. Niet voor niets dus dat de Andrássyboulevard uit 1871, de bekendste straat van Boedapest, gelegen tussen de Sint-Stefanusbasiliek en het Heldenplein, naar de premier is vernoemd. Aan de boulevard staat onder andere ook het beroemde operagebouw in neorenaissancestijl uit 1884.

Vieren

De Hongaarse liefde voor het verleden blijkt ook in de viering van de 150e verjaardag van de stad. Wie wil, kan rond de verjaardagsdatum op veel plekken terecht voor lezingen, tentoonstellingen en concerten. De 23 wijken van de stad werden gestimuleerd om initiatieven te ontplooien, waardoor lokale tradities voor het voetlicht worden gebracht.

Hét thema van het stadsjubileum is diversiteit, schrijft burgemeester Gergely Karácsony op de website Budapest 150. „Boedapest is een stad van zelfexpressie en vrije identiteitskeuze.” Een opmerkelijke stellingname, want de Hongaarse premier Viktor Orbán verzet zich in zijn nationalistische retoriek vaak juist tegen diversiteit en bijvoorbeeld lhbti-rechten. Karácsony wil met de stad „vieren dat zijn succesvolle perioden altijd die zijn geweest, wanneer groepen inwoners succesvol samenwerkten”, schrijft hij. De kettingbrug uit 1849, de oudste brug van de stad, symboliseert daarbij het belang van openheid naar anderen, vindt de burgemeester. Geen stadsmuren maar bruggen bouwen, is zijn ideaal.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer