„Ga als christen niet te snel naar onchristelijke psychiater”
Mensen met psychische problemen moeten niet te snel naar de psychiater worden gestuurd, vindt drs. Jef De Vriese. Achter psychotherapie zit volgens hem vaak een onchristelijke wereldbeschouwing.
De Vriese, verbonden aan het Centrum voor Pastorale Counseling te Heverlee en Amerongen, sprak donderdag in de hersteld hervormde kerk te Lunteren tijdens de najaarsconferentie van Bijbels Beraad M/V over “Bijbels pastoraat in bewogen tijden”. De bijeenkomst trok ongeveer 230 belangstellenden.
De Vriese constateerde dat er in de samenleving van nu veel gebrokenheid en psychische nood is. Als voorbeelden noemde hij gender en huwelijk. De antwoorden daarop komen, aldus De Vriese, vaak van de overheid en de wetenschap. „Vanuit veel kerken wordt er te weinig gedaan. Als er kleine psychische problemen zijn, worden ze opgelost. Als er grotere zijn, zegt men “bidden”. Als ze heel groot zijn, stelt men zijn hoop op psychiaters en psychologen.”
Mensen zijn, aldus de counselor, geneigd om te denken dat psychische problemen niet met zonde te maken hebben. Hij stelde er tegenover: „Noem mij één psychisch probleem waar God niet mee te maken heeft. De vraag is dan of we ze kunnen overlaten aan de therapeuten.”
Hij is daar huiverig voor. Zijn huiver ligt bij de uitgangspunten van veel psychiaters. „De wortels van de meeste psychotherapie zitten in een filosofisch systeem dat uitgaat van een wereldbeschouwing. De Client Centered Therapie, bijvoorbeeld, stoelt op het humanisme. Als een kerkelijke gemeente gemeenteleden met psychische problemen naar een humanistische therapeut stuurt, helpt zij hen zich te richten op het humanisme dat leert onafhankelijk van God te leven. Men moet zich juist afhankelijk van God weten.”
Het is volgens de counselor beter om mensen met problemen te leren vanuit Gods Woord te onderscheiden waar hun problematiek vandaan komt. „De principes van de Schrift zijn betrouwbaar. Christelijke counseling behoort een wezenlijk onderdeel te zijn van de pastorale gaven en bediening. Het gaat er daarbij om dat mensen leren vanuit Gods Woord te onderscheiden hoe het komt dat ze zo zijn.”
De Vriese heeft een aantal adviezen om in die richting te gaan. Hij pleitte ervoor om tijdens de theologieopleidingen meer in te steken bij de psychologie zodat de aankomende predikanten weten wat ze kunnen verwachten. Een tweede punt was om meer aandacht aan het pastoraat in de gemeente te besteden.
Het hoofddoel van alle pastoraat „is niet het oplossen van het probleem, maar Christus te verkondigen Die deze dingen oplost,” aldus De Vriese. Hij onderscheidt drie lagen in het pastoraat: basispastoraat, gestructureerd pastoraat en professioneel pastoraat. Er zou volgens hem veel gewonnen zijn als het gestructureerd pastoraat uitgebreid zou worden. Dat kan door daarvoor mensen te trainen en toe te rusten.
De Vriese hoopt „dat de vanzelfsprekendheid waarmee mensen naar de psychotherapeut worden gestuurd, losgelaten wordt en dat kerkelijke gemeenten eerst zoeken naar pastorale begeleiding in de eigen gemeente. Het is niet goed om dat aan de wereld over te laten.”
Ds. J.M.J. Kieviet, christelijk gereformeerd emeritus predikant, sprak over de pastorale gemeente. Hij zei dat een kerkelijke gemeente een gemeenschap moet zijn. „Gemeenteleden hebben de opdracht om in liefde naar elkaar om te zien. Het woord “elkaar” komt vele keren in het Nieuwe Testament voor. Dan gaat het om: vrede houden met elkaar, het eren van elkaar, elkaar opbouwen, elkaar aanvaarden, elkaar terechtwijzen, elkaar dragen, elkaar de zonden belijden, samen bidden, gastvrij zijn.”
Het heeft allemaal een doel, aldus ds. Kieviet. „Het moet de christelijke gemeente kenmerken dat er vrede heerst en dat de naasten voor Christus gewonnen worden als zij zien hoe lief de gemeenteleden elkaar hebben.”
Er ligt volgens de predikant een taak voor het pastoraat in het weghalen van de hindernissen. „De heilige gemeente moet een veilige gemeente zijn, een plek van beschutting en geborgenheid.”
Tijdens de studiedag presenteerden twee werkgroepen zich. De werkgroep Struggel zoekt naar meer verbinding tussen mensen met een homoseksuele gerichtheid en hun sociale netwerk. Jos vertelde dat hij vragen over zijn gerichtheid deelde tijdens een huisbezoek toen hij 21 was, waarna diverse gesprekken met ambtsdragers volgden. Nu geeft hij presentaties in kerken en op scholen. Daarbij komen de eigen ervaring en het vasthouden aan de Bijbelse richtlijnen ter sprake.
Mark Willemsen van de werkgroep Troost (Transgender ouders ontmoeten en sterken elkaar) zei dat er op het gebied van transgenderisme veel nood is in christelijke gezinnen. Dagvoorzitter Laurens van der Tang constateerde dat transgenderisme een steeds meer voorkomend verschijnsel is in allerlei kerken, van links tot rechts.
Tijdens het middagprogramma kwamen deze en vergelijkbare onderwerpen uitgebreid ter sprake in twee workshoprondes, met als focus het pastoraat.