Opinie

Positieve psychologie niet waardenvrij

Interventies uit de positieve psychologie roepen in het orthodox-christelijk onderwijs verschillende reacties op. De een heeft grote moeite. De ander reageert pragmatisch: „Als het werkt, is het goed.”

Petronelle Baarda
22 December 2022 18:20Gewijzigd op 24 January 2023 11:04
„God roept de mens elke dag (opnieuw) om in wijsheid te handelen, daar ligt het vertrekpunt voor leraar én leerling.” beeld iStock
„God roept de mens elke dag (opnieuw) om in wijsheid te handelen, daar ligt het vertrekpunt voor leraar én leerling.” beeld iStock

De tegenstanders motiveren hun moeite vanuit de gereformeerde belijdenisgeschriften: de mens is tot niets goeds in staat. Daarom hebben zij bijvoorbeeld moeite met de zogenoemde kernkwaliteiten. Met deze vorm van theologisch redeneren kan een ander deel van de orthodox-christelijke leraren niet uit de voeten, omdat ze zien dat leerlingen wel degelijk verantwoordelijkheden kunnen dragen en complimenten nodig hebben. Of ze herkennen de moeite helemaal niet. Voor hen is de relatie met de christelijke identiteit geen relevante vraag. In de theologische redenering van zowel voor- als tegenstanders van de positieve psychologie valt op dat zij redeneren in dogmatische categorieën, zoals schepping, zonde, gebed en gebod, en dat het daarbij blijft.

Floreren

De positieve psychologie is een wetenschappelijke stroming die de positieve kanten in het menselijk functioneren bestudeert. Ze heeft niet als doel de kennis van menselijk lijden en ziekten te vervangen, maar beoogt aan de bestaande psychologie een dimensie toe te voegen.

Volgens een van de grondleggers, Martin Seligman, rust de positieve psychologie op drie pijlers.

Allereerst is er de studie van positieve emoties. Ten tweede is er die van positieve eigenschappen, vooral van competenties en deugden, maar ook van ”talenten” als intelligentie en sportiviteit. Hieronder vallen de zogenaamde kernkwaliteiten. En ten derde is er de studie van de positieve instituties als democratie, hechte families en vrij onderzoek.

Het oorspronkelijke doel van de positieve psychologie was om het streven naar geluk te bevorderen. Inmiddels gaat het niet meer alleen over geluk en welbevinden, maar ook steeds meer over het bredere begrip ”floreren”.

Ondertussen zijn veel leraren zich er niet van bewust dat in interventies en methodieken rond de sociaalemotionele vorming van leerlingen ook een bepaald mens- en wereldbeeld wordt doorgegeven. Het mensbeeld dat bijvoorbeeld uit de positieve psychologie naar voren komt, is de overtuiging dat je zelf de bron bent van je eigen geluk en ook zelf het doel bent van floreren. In de positieve psychologie krijg je de boodschap mee dat het draait om jouw welbevinden en geluk en word je gestimuleerd om een betere versie van jezelf te worden. Behalve dat dit een benadering is waarin jij als mens het middelpunt bent, gaat ze ook uit van de maakbaarheidsgedachte.

In de positieve psychologie is het uitgangspunt dat je zelf verantwoordelijk bent voor je omgang met dat wat het leven jou toebedacht heeft. Wanneer je niet floreert, terwijl je geen beperkingen hebt en niet in moeilijke omstandigheden verkeert, is dat je eigen verantwoordelijkheid omdat je dan niet de ”resources” aanboort die je in potentie al in je hebt.

Behulpzaam

Het is juist dit mens- en wereldbeeld dat het meest problematisch is aan de positieve psychologie. Het werpt je als mens terug op jezelf en laat je geloven dat het doel van dit leven is: floreren. Juist dat vergroot de druk om daadwerkelijk een florerend leven te leiden. In een christelijk wereldbeeld daarentegen is niet een florerend leven, in de zin van een gelukkig leven, het uitgangspunt, maar de opdracht om het leven goed te leven. De bron van dat goede leven hoef je niet in jezelf te zoeken, maar ligt excentrisch, in God, die de mens opzoekt en hem genade schenkt.

Betekent dit dat de inzichten en de interventies uit de positieve psychologie niet bruikbaar zijn? Integendeel. Psychologie is een prachtig en nuttig vak, maar moet wel steeds in rapport worden gebracht met de waarden van de school en kan niet zonder theologische reflectie. Anders ontstaat er in het pedagogisch handelen een praktijk die verschilt van dat waar het christelijk onderwijs echt voor wil staan. In de praktijk van het christelijk onderwijs betekent dit dat leraren in het krachtenveld van deze spanningsvolle relatie hebben te handelen.

Vanwege een zwak functionerende theologie in het orthodox-christelijk onderwijs heeft de psychologie vrij spel. Interventies kunnen heel krachtig en helend zijn, maar zijn niet waardeneutraal. Op dat punt is een bepaalde naïviteit te bespeuren onder christelijke leraren.

Praktisch

Het feit dat leraren vooral vanuit eerdergenoemde dogmatische categorieën redeneren, laat een zekere eenzijdigheid zien. Voor leraren ontstaan theologische situaties en vragen in de praktijk. Daarom hebben zij een breder theologisch kader nodig om de praktijk van elke dag theologisch te kunnen duiden en hun pedagogisch handelen theologisch te voeden. In zo’n kader is de geschapen werkelijkheid van elke dag uitgangspunt voor het pedagogisch handelen en niet een theologisch mensbeeld, omdat de Bijbel dat zelf ook niet heeft.

In de oudtestamentische wijsheidsliteratuur is het gewone leven het uitgangspunt. Daarbij is het steeds de vraag welke keuzes een mens maakt. God roept de mens elke dag (opnieuw) om in wijsheid te handelen; daar ligt het vertrekpunt voor leraar én leerling. Dat vraagt om een theologie van het alledaagse. Zo’n theologie gaat in op de vraag wat het betekent om in de praktijk van het klaslokaal in wijsheid te handelen.

Wanneer leraren op het kompas van een zogenaamde impliciete theologie varen, heeft dat daarnaast als gevolg dat belangrijke theologische thema’s ongenoemd blijven. Zo is er wel oog voor de notie van barmhartigheid, maar niet voor het belang van het najagen van gerechtigheid en vrede. Gerechtigheid betreft in de Bijbel ook het actief bevorderen van een rechtvaardige® wereld en het opkomen voor kwetsbare en gemarginaliseerde mensen. In pestsituaties zou dat betekenen dat niet er alleen aandacht wordt besteed aan de rol van de pester en de gepeste, maar ook aan de rol van omstanders en klasgenoten.

In een theologie van het alledaagse heeft ook de Bijbelse theologie een prominente plek. Daarin licht op hoe God aanwezig is in de dagelijkse werkelijkheid en in elke specifieke context. In de Bijbelse theologie staat het zorgvuldig bestuderen en exegetiseren van de Schrift centraal. De theologische verlegenheid die leraren bij sommige aspecten van floreren ervaren, vindt haar oorzaak in een systematisch-theologische benadering die los is komen te staan van de werkelijkheid. Een theologie die haar vertrekpunt neemt in de opdracht en roeping voor elke dag zal leraren helpen om uit deze impasse te komen.

De auteur is als psycholoog werkzaam bij Driestar educatief. Ze promoveerde in 2022 aan de TUA op het proefschrift ”Floreren: een praktisch-theologisch onderzoek over positieve psychologie in de praktijk van het onderwijs”. Dit artikel is een samenvatting van ”Over kanjers en kernkwaliteiten”, uit het decembernummer van het blad Wapenveld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer