„Verdachte wilde al langer kamerleden vermoorden
Jason W., een van de terreurverdachten die op 10 november werd aangehouden in de Antheunisstraat in Den Haag, had „al heel lang de persoonlijke gedachte om de Tweede–Kamerleden Hirsi Ali en Wilders om het leven te brengen". Dat zei officier van justitie K. Plooy maandagmiddag tijdens de pro forma–zitting voor de rechtbank in Rotterdam. Hij baseerde zich daarbij op informatie uit het najaar van 2003.
Samen met Ismail A. staat W. niet alleen terecht voor het voorbereiden van terroristische aanslagen op politici en bestuurders, maar ook voor poging tot moord van een aantal agenten op 10 november en verboden wapenbezit. Bij een poging het tweetal in de woning in het Haagse Laakkwartier aan te houden, gooiden de verdachten een handgranaat naar het arrestatieteam. Na een urenlange belegering konden W. en A. worden gearresteerd. In de jassen van verdachten vond de politie na hun aanhouding nog drie handgranaten.
Plooy gaf aan dat de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) het tweetal al langere tijd op de korrel had. Volgens het OM maakten beiden deel uit van een extremistisch netwerk rond de zogenoemde Syriër, die de spiritueel leider zou zijn van de Hofstadgroep. Ook zouden W. en A. op trainingskamp zijn geweest in Pakistan. Ze waren overigens niet in de rechtbank aanwezig.
Bij een eerdere arrestatie van W. in oktober 2003 is een computer in beslag genomen. Volgens Plooy zijn daarop teksten aangetroffen, deels in gecodeerde taal. Na de aanhouding in de Antheunisstraat trof de politie een handgeschreven martelaarstestament aan. Ook lag er een brief gericht aan Mohammed B., de man die wordt verdacht van de moord op Theo van Gogh. Volgens het OM is deze vermoedelijk geschreven door W. en blijkt daaruit grote instemming met de moord op Van Gogh. Plooy benadrukte dat deze man beter serieus kan worden genomen en zou het naïef zijn om dat niet te doen.
Advocaat Van der Horst, die de belangen van A. verdedigt, stelde dat de verdenkingen van het OM tegen zijn cliënt, zijn doorspekt van xenofobie en angst voor de islam. De film Submission, gemaakt door Kamerlid Hirsi Ali en cineast Theo van Gogh, noemde hij „een walgelijk document dat zomaar op televisie mag worden vertoond" en ook stelde hij dat Van Gogh met zijn uitlatingen Mohammed B. „in het diepst van zijn ziel heeft gekrenkt". Volgens hem heeft het OM geen bewijs tegen zijn cliënt en was het ook niet A. die de handgranaat naar de politie heeft gegooid.
De rechtbank wees de bezwaren echter van de hand en verlengde de gevangenhouding van beide verdachten met maximaal negentig dagen.