Kerk & religie

Meditatie: Hemelse gezicht

Openbaring 7:9a

Abraham Hellenbroek
9 November 2023 07:50
beeld RD
beeld RD

„(Een grote schare),… staande voor de troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palmtakken waren in hun handen.”

De uitdrukkingen in onze tekst en in de laatste verzen van ons teksthoofdstuk kunnen niet zo goed op de Kerk hier op aarde toegepast worden. Bijvoorbeeld: „staande voor de troon” en „God dienen dag en nacht in Zijn tempel”. Deze uitdrukkingen passen veel beter op de gezaligden in de hemel, dan op de Kerk in een bepaalde tijd hier op aarde. Hier omvat de Kerk zelden „alle natie, geslachten, volken en talen”.

En verder, wanneer wij dit vers vergelijken met het vorige hoofdstuk, dan schijnt met deze grote schare in lange witte klederen –die uit de grote verdrukking gekomen is– geheel hetzelfde bedoeld te worden als met „de zielen van de gedoden om het Woord van God, onder het altaar”. Aan hen werden óók lange witte klederen gegeven en hun werd gezegd dat zij nog een kleine tijd rusten zouden, totdat ook aan hun mededienstknechten en hun broeders zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, gelijk als zij.

Daarom is de plaats waar Johannes dit gezicht zag óók de plaats waar het in werkelijkheid zijn zou. En omdat het zo’n grote zaak is, schrijft Johannes er „ziet” voor. „Na dezen zag ik en ziet…” Dit is een woord dat dikwijls gebruikt wordt om de werkelijkheid, de onverwachtheid, de zekerheid, het opmerkelijke en de zeldzaamheid van een zaak erdoor uit te drukken.

Abraham Hellenbroek,
predikant te Rotterdam

(”Bijbelse Keurstoffen”, deel 2; 1738)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer