Oppositie dient motie van treurnis in tegen Fries provinciebestuur
De voltallige Friese oppositie heeft een motie van treurnis ingediend tegen het college van Gedeputeerde Staten. De motie werd ingediend door Max Aardema van de PVV namens alle oppositiepartijen, omdat de coalitie en het college weigerden in te stemmen met een amendement over het gebruik van de vrij aanwendbare reserves. De motie werd niet aangenomen, omdat de vier coalitiepartijen (BBB, CDA, Fryske Nasjonale Partij en ChristenUnie) tegenstemden.
De oppositiepartijen voelden zich buitenspel gezet, doordat 25 miljoen euro in de begroting al is vrijgemaakt terwijl daar nog geen beleid aan is gekoppeld. De coalitie en oppositie kwamen in de tweede spreekronde nader tot elkaar, maar ze konden het niet eens worden. Uiteindelijk zei gedeputeerde Eke Folkerts (financiën) dat ze het amendement afraadde, ondanks een handreiking van de oppositie. Het amendement werd niet aangenomen, omdat de coalitiepartijen tegenstemden.
De begroting werd ook met 19 stemmen tegen en 23 stemmen voor, oppositie tegen coalitie, aangenomen.
Het stond de oppositiepartijen vooral tegen dat het nu lijkt alsof de coalitiepartijen precies doen wat het college wil en dat er zo een tweedeling wordt gecreëerd. „Het is nogal een zwaar middel om bij de tweede vergadering van dit college in te zetten, maar we voelen dat het nodig is”, zei Aardema.
De coalitiepartijen en het college aan de ene kant en de oppositiepartijen aan de andere kant leken tijdens de discussie over de reserves langs elkaar heen te praten. Uiteindelijk leken de partijen na meerdere schorsingen dichter bij elkaar gekomen en het leek er ook op alsof ze hetzelfde wilden, maar ze kwamen niet tot overeenstemming.