Optimisme aan vooravond Sharm al-Sheik
Aan de vooravond van de topontmoeting in Sharm al-Sheik dinsdag heerst een voorzichtig optimisme. Israëliërs en Palestijnen zijn er zich van bewust dat er nu een gelegenheid bestaat een einde te maken aan de vier jaar durende spiraal van geweld en dat er een kans bestaat de routekaart voor de vrede op te starten. Deze routekaart moet leiden tot een Palestijnse staat naast de Joodse staat.
De partijen komen dinsdag met verschillende agenda’s naar Egypte. De Israëlische premier heeft de stopzetting van het Palestijnse geweld boven aan de lijst staan. Hij wil dat de nieuwe voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, Mahmud Abbas, de groepen bestrijdt die in de afgelopen jaren verantwoordelijk zijn geweest voor de aanslagen. Sharon heeft steeds gezegd dat de Palestijnse Autoriteit de terreurnetwerken dient te ontmantelen.
Abbas echter hoopt via overreding de militante Palestijnen ervan te overtuigen om af te zien van de militaire strijd. Het eerste wat hij wenst te bereiken, is een staakt-het-vuren. Daarna wil hij enkele maanden de tijd nemen om de illegale wapens in beslag te nemen van groepen als Hamas, Islamitische Jihad en al-Aqsa Martelaren Brigades en allerlei individuen. Hij hoopt deze radicale Palestijnse organisaties ook om te vormen tot partijen die meedraaien in het politieke proces. Een harde confrontatie met de militante Palestijnen wil en durft Abbas dus niet aan.
Het lijkt erop dat in Israël een toenemend begrip bestaat voor de standpunten van Abbas. De regering gelooft dat ze hem de tijd moet geven orde op zaken te stellen. Ze begrijpt dat hij de rust niet voor 100 procent kan garanderen, maar dat hij wel zijn uiterste best kan doen geweld te voorkomen.
De verwachting is dan ook dat als er zich een nieuwe zware terreuraanslag in Israël voordoet, de partijen toch door zullen gaan met het politieke proces dat ze net zijn opgestart. Eerdere perioden van optimisme in de afgelopen jaren werden spoedig gevolgd door oplaaiend geweld en tegengeweld in de vorm van Palestijnse bomaanslagen en Israëlische liquidaties.
Mahmud Abbas gaat naar Sharm al-Sheik met de eis dat de Israëlische troepen zich uit de Palestijnse gebieden terugtrekken tot op zijn minst de posities die zij innamen voor 28 september 2000, toen de al-Aqsa Intifada begon. Hij wil dat de Palestijnen meer bewegingsvrijheid krijgen door opheffing van militaire posten rond de Palestijnse autonome gebieden. Israël heeft al laten weten akkoord te gaan met de overdracht van gezag naar de Palestijnse politie in de steden Jericho, Bethlehem, Qalqiliya, Tulkarm en Ramallah.
Ook wil hij dat Israël meer gevangenen vrijlaat dan de 900 die dat land vorige week al beloofde los te laten. Sharon heeft gezegd geen Palestijnen op vrije voeten te stellen die „bloed aan hun handen” hebben, maar de Palestijnen willen in elk geval geen genoegen nemen met oude en zieke gevangenen of met gevangenen die hun straf toch al bijna uitzaten. Israël is bereid af te zien van het zoeken naar circa 350 voortvluchtige Palestijnen, mits zij hun wapens inleveren bij de Palestijnse Autoriteit, beloven niet meer deel te nemen aan het geweld en in hun eigen woonplaatsen blijven.
Als de conferentie in Sharm al-Sheik een succes wordt, de rust gehandhaafd blijft en de routekaart van start gaat, krijgen de partijen harde noten te kraken. Uiteindelijk zullen de wezenlijke geschilpunten weer ter sprake komen: de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen, de vaststelling van de grenzen tussen Israël en Palestina en de kwestie Jeruzalem met de Tempelberg of Haram al-Sharif als middelpunt - een heilige plek voor zowel joden als moslims waarover beide volken moeilijk concessies kunnen doen.