Fietser is in Spanje nog steeds niet populair
Nieuwsberichtje van anderhalve week geleden: automobilist rijdt opzettelijk in op een groepje fietsers in het centrum van Madrid (ze reden te langzaam), veroorzaakt vijf lichtgewonden en scheurt weg. Had veel erger kunnen zijn, maar toch. Als fietser in dit land herinnert het je weer even aan je kwetsbaarheid.
De dagen na het voorval vullen websites als ForoCoches zich met steunbetuigingen. Niet aan de gewonde fietsers, maar aan de automobilist. „Hadden ze maar aan de kant moeten gaan”, „Ze komen nog veel te goed weg” – dat soort dingen. Toch is er ook medeleven: „Hopelijk gaat het goed met de auto.”
Lange tijd was het rijwiel voor Spanjaarden niet meer dan een hulpmiddel om een wielerwedstrijd mee te winnen. Wie niet van plan was om ooit als eerste van een hele meute in Parijs, Rome of Madrid aan te komen, gebruikte zo’n ding niet. Fietsen was iets voor losers – een reputatie die niet helemaal onterecht was, gezien het feit dat een overstelpende meerderheid van die fietsende meute inderdaad nooit als eerste in Parijs, Rome of Madrid aankwam.
Vroeger, rond de tijd van de Burgeroorlog en de eerste decennia daarna, was dat anders. Het land was straatarm en de fiets was voor velen het enige vervoermiddel. Maar toen ik hier zo’n 25 jaar geleden ging wonen, waren allang andere tijden aangebroken. Spanje was een autoland geworden. Vrienden en bekenden keken meewarig naar mijn oude Passat. Ze hadden allemaal gloednieuwe wagens. Ze gebruikten die overal voor; tot absurd korte afstandjes aan toe.
Dat zie je nog steeds. Als de scholen hier uitgaan, raken de straten verstopt. Ouders die hun kind ophalen, parkeren massaal dubbel. Want dat afhalen, moet vanzelfsprekend met de auto. Ook al wonen ze om de hoek en is het mooi weer. Soms denk ik dat het nog steeds een beetje nieuwerijkengedrag is.
Toch is er de voorbije twintig jaar veel veranderd. Fietsen blijft hier een risicosport, maar er zijn in elk geval behoorlijk wat fietspaden aangelegd. En intussen ben ik al lang niet meer de enige in mijn straat die de fiets gebruikt als vervoermiddel in het dagelijks leven. Sommige automobilisten zijn aan fietsers gewend geraakt en respecteren ze. Andere niet.
„De stedelijke ruimte is altijd voor de auto geweest”, zegt psycholoog David Lois. „En iedereen die daaraan tornt, wordt gezien als indringer. Er zijn automobilisten die denken dat ze meer rechten hebben dan anderen en dat de fietser een plek inneemt die aan hen toebehoort.”
Maar er gloort hoop voor de geplaagde automobilist. Vier grote steden, die sinds kort bestuurd worden door een coalitie van rechts (PP) en extreem-rechts (Vox), hebben een revolutionair besluit genomen: ze gaan fietspaden opheffen. De reconquista, de herovering van het door de fietser bezette land, is begonnen. Valladolid, Elche, Palma en Gijón schrijven geschiedenis. Nu maar afwachten of Brussel de subsidie terugvordert waarmee die fietspaden zijn aangelegd.