Het akkoord over de opname van vijfduizend strijders van de Nationale Unie voor de Totale Onafhankelijkheid van Angola (Unita) in het regeringsleger volgt op het staakt-het-vuren dat op 4 april in het zuid-Afrikaanse land is bereikt. Met het bestand tussen de leiders van Unita en de regering van premier Dos Santos kwam een einde aan 27 jaar burgeroorlog.

Het Unita-leger telt ongeveer 50.000 strijders. De voormalige rebellen moeten zich verzamelen op één van de in totaal 27 aangegeven kampementen. Daar ontvangen ze medicijnen, eten en andere eerste levensbehoeften.

VN-vertegenwoordiger Ibrahim Gambari zei donderdag dat ongeveer 10.000 voormalige rebellen zich inmiddels in de kampen hebben gemeld. De 45.000 oud-strijders die niet in het leger worden opgenomen, moeten terugkeren in de burgermaatschappij.

De Angolese regering en Unita hebben bijna onafgebroken strijd geleverd sinds het land in 1975 onafhankelijk werd van Portugal. Honderddduizenden mensen hebben door de burgeroorlog het leven verloren. Vier miljoen burgers van het olie- en diamantrijke land, circa 40 procent van de bevolking, moesten huis en haard verlaten.