Oekraïne vergroot druk op ‘Moskouse’ orthodoxe kerk
Het Oekraïense parlement nam een wetsvoorstel aan waarmee de Oekraïens-Orthodoxe Kerk die tot voor kort bij het Moskouse patriarchaat hoorde, kan worden verboden. Zijn de mensenrechten in Oekraïne in het geding? Ja, maar er speelt meer.
Met 267 tegen 15 stemmen nam het Oekraïense parlement een wet aan waarmee in principe de Oekraïens-Orthodoxe Kerk (OOK) die voorheen bij het patriarchaat Moskou behoorde, verboden kan worden. Parlementslid Inna Sovsoen juichte op Facebook over een „historische gebeurtenis”.
Wetsvoorstel 8371 noemt de kerk die zich op 27 mei 2022 formeel losmaakte van Rusland nergens bij naam. In artikel 5 van de al bestaande Wet over gewetensvrijheid en religieuze organisaties komt wel een extra paragraaf. Verboden worden „religieuze organisaties die verbonden zijn met anderen, die bestuurd worden vanuit een buitenland dat agressie pleegt tegen Oekraïne”.
Dat gaat in tegen mensenrechtenverdragen, vindt de Amerikaanse opiniemaker William Burke-White. De OOK heeft zich bewezen als Oekraïens, stelt hij. Metropoliet Onufry schaarde zich meteen na de Russische invasie achter land, volk en leger van Oekraïne. Bovendien oefende parlementsvoorzitter Ruslan Stefantsjoek op 19 oktober nogal wat druk uit op het stemvee door op te roepen tot „trouw aan de Heere God en Oekraïne”.
De in het nauw gebrachte kerk uitte zich fel tegen het wetsontwerp. „Onze geestelijken worden geclassificeerd als agenten van de Russische Federatie.”
Dmitri Vinitsky, voorganger van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk in Rotterdam (de OOK heeft afdelingen in vijftien landen), is ook tegen, maar denkt dat de soep niet zo heet zal worden gegeten als bij het opdienen. „Het gaat om een eerste lezing. Mogelijk komen er wel vier. Het voorstel is nu al gedateerd en 168 parlementsleden stemden niet. Er komen wellicht updates of verduidelijkingen. De tekst is met opzet vaag. Het is een sleepnet. Je zou er elk religieus genootschap mee kunnen treffen.”
Gezien als verraders
Waar gaat het om? In 2018 ontstond er een zelfstandige Orthodoxe Kerk van Oekraïne (OKO), met als metropoliet Epifany. Die werd als onafhankelijke orthodoxe kerk erkend door het Patriarchaat van Constantinopel. De OOK is de aloude kerk van het Moskouse Patriarchaat. De Oekraïense overheid gelooft niet dat haar losmaking daarvan echt is. Oekraïners die lid zijn van deze kerk worden veelal als verraders gezien.
Een onderzoekscommissie rapporteerde dat een jaar geleden ook. Maar juist die commissie, DESS, is een politiek orgaan geworden dat niet meer onder het ministerie van Cultuur resideert, maar direct onder de Oekraïense ministerraad, meldt Peter Anderson, Vaticaanwatcher vanuit Seattle. „Vroeger was DESS neutraler, denk ik”, zegt ook Vinitsky.
Een wet verplichtte de OOK de band met Moskou weer in haar naam op te nemen. En volgens de Oekraïense veiligheidsdienst SBU lopen er nu strafzaken tegen 68 (van de 9000) geestelijken, met aanklachten die variëren van steun aan het Russische leger tot wapenhandel. Bijna twintig vonnissen zijn geveld, met jaren celstraf als uitkomst. Volgens opiniepeilingen in juni is twee derde van de bevolking voor het wetsvoorstel.
Lege kerken
Nog onduidelijker is het verloop tussen de twee orthodoxe kerkgenootschappen in Oekraïne, waartoe 70 procent van de 45 miljoen inwoners behoort. Recente cijfers tonen aan dat sinds 2018 nog maar rond de 9 procent van de geestelijken, priesters en kloosterlingen, overstapte van de ‘Russische’ OOK naar de ‘Oekraïense’ OKO. Over gebouwen en grond wordt geruzied.
Vinitsky: „Er zijn fysiek zeer onprettige overnames van kerken. Maar het is nog te vroeg om de martelaar uit te hangen. En ik zie dat de diensten van de nieuwe Oekraïense kerken vooral leeg zijn, ondanks de steun van de overheid.”
Hij denkt dat het wetsvoorstel een andere achtergrond heeft. „Het Oekraïense tegenoffensief stokt. Er is druk vanuit sociale media op leger en regering. En dan is dit een middel om de gelederen weer te sluiten.”