IJslandse vrouwen, ook premier, leggen werk neer om ongelijkheid
IJslandse vrouwen zijn dinsdag bezig met een 24 uur durende staking tegen genderongelijkheid. Ook premier Katrin Jakobsdottir doet mee aan de protestactie. De deelnemers zeggen dat de strijd om gelijke behandeling te langzaam gaat, zowel in eigen land als daarbuiten.
Onder meer ziekenhuizen, scholen en bibliotheken in IJsland zijn deels of volledig dicht omdat het vrouwelijk personeel thuis is gebleven. Het is voor het eerst in bijna vijftig jaar dat IJslandse vrouwen een dag staken. De vorige en tevens eerste keer was in 1975, toen negen op de tien werkende vrouwen demonstreerden tegen genderongelijkheid.
De stakers vragen aandacht voor de loonkloof tussen vrouwen en mannen, gendergerelateerd geweld en onbetaald werk dat vaak door vrouwen wordt gedaan, zoals de opvoeding van kinderen. „We proberen aandacht te vestigen op het feit dat IJsland een gelijkheidsparadijs wordt genoemd, maar er zijn nog steeds verschillen tussen de genders en een dringende behoefte aan actie”, zegt organisator Freyja Steingrímsdóttir. Daarom is gekozen voor de protestslogan „Noem je dit gelijkheid?”.
IJsland, dat zo’n 360.000 inwoners heeft, wordt beschouwd als een van de meest progressieve landen als het om gendergelijkheid gaat. De eilandstaat staat al veertien jaar bovenaan de lijst van het World Economic Forum omdat de loonkloof er kleiner is dan in andere landen. Volgens het nationale statistiekbureau van IJsland krijgen vrouwen in sommige sectoren toch minstens 20 procent minder betaald dan mannen.