De Mos en de andere ex-wethouder Rachid Guernaoui werden in april door de rechtbank in Rotterdam van alle beschuldigingen vrijgesproken in de corruptiezaak. Het Openbaar Ministerie is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan voor wat betreft de verdenkingen van omkoping en schending van de geheimhoudingsplicht.

Volgens het OM hebben bevriende ondernemers de ex-wethouders geholpen door middel van donaties aan de partij. De wethouders zouden vervolgens de donateurs hebben geholpen bij (nacht)vergunningen voor horeca en bij vastgoedprojecten. Het ging om partijdonaties van ruim een ton aan Hart voor Den Haag/Groep de Mos.

Het OM heeft het hoger beroep in omvang beperkt. De Mos wordt niet langer verweten dat hij met medeverdachten een organisatie vormde die het plegen van misdrijven beoogde en dat hij meineed pleegde. Het OM hoopt daarmee tijdwinst te boeken, aldus de aanklager. „De kern van het verwijt zit in de omkoping, het creëren van onzuivere relaties en het schenden van de geheimhoudingsplicht.”

De Mos was dinsdag niet bij de regiezitting aanwezig wegens tv-opnames in het buitenland. Guernaoui was er wel en liet zijn ergernis duidelijk blijken: „Deze nachtmerrie duurt al meer dan vier jaar. Vier jaar van ons leven zijn we kwijt door deze beschuldiging en nu opeens heeft het OM haast. Ik vind dat echt verschrikkelijk dat ze de leugens volhouden die in het dossier zitten. Verschrikkelijk, dat dit in Nederland kan gebeuren.”