Massale steunbetuiging voor Israël
Duizenden mensen hebben donderdag op de Dam in Amsterdam steun betuigd aan Israël. Uit afschuw over de slachtpartij die Hamasterroristen aanrichtten. Een bordje spreekt duidelijke taal: ”Baby’s vermoord”.
Zodra de manifestatie begint, stopt de regen. Paraplu’s zijn niet te zien, Israëlische vlaggen des te meer. Rondom de menigte staan politieagenten. Ze leiden een man met een Palestijnse vlag onopvallend weg, maar hebben verder alle tijd om met toeschouwers te praten.
”Samen voor Israël”, zegt het spandoek achter de sprekers. ”Bevrijd de gijzelaars”, klinkt het op een bord dat boven het publiek uitsteekt. En ook: ”Holocaust, nooit meer”.
Er worden foto’s van slachtoffers omhoog gestoken, en een vrouw laat voorbijgangers filmpjes van de gruwelen zien. ”Hoe kun je dit bevrijding noemen?” verwijst een bord naar de roep om bevrijding van Palestijnse gebieden.
In de gezongen liederen klinkt het smachten naar vrede door: „Sjalom!” Twee vrouwen vallen elkaar huilend om de hals. Boven hen beweegt een bord heen en weer met de foto van een meisje. Eronder in inktzwarte letters: ”Ariel, baby van zes maanden oud”.
Emotioneel vertelt Rachel Meijler over haar vermoorde neef. De „schattige, stille, lange slungel” was 20 jaar. Een van de „1300 onschuldige mensen” die uit het leven zijn weggerukt. „Elk van die mensen had familie.” Er zijn mensen afgeslacht, verkracht, verminkt. „We hebben een land nodig om ons veilig te voelen. En we vóélden ons veilig. Tot zaterdag.”
Zelf vluchtte Meijler deze week naar Nederland. „Het gevoel van onveiligheid is gekmakend. Dit is een aanslag op alle Joden in de wereld. Hamas bedreigt de hele vrede. Hamas bedreigt ook het Palestijnse volk.”
Ongebroken
De sprekers verliezen het leed onder Palestijnse burgers niet uit het oog. Maar tegelijk staat voor hen als een paal boven water dat Israël de terreurbeweging nu moet uitschakelen. Hamas is –zegt oud-minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken– „een vijand van de Joden én van vredelievende Palestijnen”.
Rosenthal is nauw bij de gebeurtenissen betrokken. „Mijn oudste zusje zit al zes dagen opgesloten in Ashkelon, achthoog, terwijl raketten overvliegen en het alarmsignaal continu klinkt.” Een bewoner van haar flatgebouw ging even naar buiten en werd dodelijk getroffen bij een raketinslag. Dichtbij zijn zaterdag „twee auto’s met walgelijke terroristen” aangehouden; de inzittenden gedood. Maar Rosenthals zus is „ongebroken” en „wil niet weg uit haar land Israël”.
Hamas is de huurmoordenaar van de Iraanse revolutionaire garde, zegt de oud-minister. Hoog tijd, volgens hem, dat westerse regeringen die garde op de lijst van terroristische organisaties plaatsen.
Dichter bij huis: „Goed dat de Amsterdamse burgemeester Halsema de Israëlische vlag gehesen heeft” –applaus–, „droef voor mij als Rotterdammer dat burgemeester Aboutaleb dat niet durfde” –boegeroep–, „goed dat de Nederlandse regering Israëls recht op zelfverdediging steunt” – opnieuw applaus.
Meermalen klinkt tijdens de manifestatie het „am Jisraël chai” – het volk Israël leeft! Rabbijn Yanki Jacobs spreekt over zaterdag, en hoe bang hij was. Over dinsdag, toen hij zijn leerlingen vroeg wie er donderdag naar deze manifestatie ging, en dat niemand durfde. „We zijn bang, en terecht, maar laat ons beseffen dat dit een aanval is op ons existentieel bestaansrecht, het recht er te mogen zijn als Jood. Dus ondanks die bangheid is het geen oplossing ons te verbergen. Dat het Joodse volk leeft, mag geen loze kreet zijn. Dus als onze keppel wordt afgeslagen, zijn we misschien bang, maar we kopen een keppel die twee keer zo groot is.” In Nederland mag geen enkele antisemitische uiting worden toegestaan, zegt oud-minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. „Zero tolerance.”
Gebed
Er wordt een minuut stilte gehouden ter gedachtenis aan de slachtoffers. Uitgedeelde bosjes bloemen worden omhoog gestoken. „Houdt u ze dicht bij uw hart.” Aan het eind van de bijeenkomst worden de bloemen voor het Koninklijk Paleis neergelegd.
„Het is belangrijk dat zoveel mensen ons steun geven”, zegt desgevraagd een jonge Israëliër die in Amsterdam woont. Onder de slachtoffers van de terreur bevinden zich vrienden van zijn vriendin. In Israël sluiten de rijen zich, na jaren van polarisatie. „Zo gaat het bij ons altijd in crisistijd.”
„Hart voor Israël” bracht een man uit Tiel ertoe naar Amsterdam te gaan en de manifestatie bij te wonen. „Ik hoop dat het Joodse volk op de knieën de God van Israël gaat aanroepen in plaats van om wraak te roepen. Met het platbombarderen van Gaza pak je de Hamasstrijders niet, want die zitten in ondergrondse tunnels. We bidden om de vrede van Jeruzalem. Als Jezus terugkomt. Maar dat duurt nog even.”
Levend verbrand
Een moeder van drie, vorig jaar van Israël naar Nederland geëmigreerd, noemt in haar toespraak de slapeloze nachten die ze achter de rug heeft. „De verschrikkelijke beelden achtervolgen me.” Terwijl gezinnen sliepen en jongeren dansten, kwamen „bloeddorstige monsters” en slachtten iedereen af. „Kinderen werden voor de ogen van hun ouders vermoord. Er waren massale verkrachtingen. Gezinnen zijn levend verbrand omdat ze de deur niet opendeden. De wereld moet het weten. Iedereen die nu zwijgt, steunt terreur.”
Een andere Israëlische moeder vertelt over een kennis die met haar kind uit de auto van gijzelnemers sprong. Ze gaf het kind aan haar vader en maande hem weg te rennen. Vader en kleindochter verstopten zich urenlang en werden gered. Van de jonge moeder is niets meer vernomen.
Naomi Mestrum, directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), noemt de steunbetuiging aan het Israëlische volk cruciaal. „We hebben allemaal beelden gezien die we liever niet zien. De zorg en het verdriet zijn enorm. Deze catastrofe is voor Israël wat 9-11 was voor Amerika.”
Mestrum spreekt over de filmpjes van onthoofdingen die inmiddels opdoken. „Deze praktijken doen ons denken aan IS. Dit is het ware gezicht van Hamas. We hopen dat de solidariteit met Israël blijft als we beelden gaan zien uit Gaza. De bevolking daar is ook slachtoffer van Hamas; hun leed laat ons niet onberoerd. Maar Israël heeft het recht zich te verdedigen. Wij staan hier pal voor.”
Vrede
Nu vallen ook onder de Israëlische soldaten slachtoffers. Zangeres Lenny Kuhr vertelt over haar kleinzoon, een van de reservisten die zaterdag werden opgeroepen. Hij werd in zijn buik geschoten, is geopereerd en maakt het nu goed.
Ze spreekt over de gegijzelden die in handen van „beestachtige monsters” zijn. Ze spreekt over „allen die nu in grote angst leven” nu de terroristen van Hamas zo plotseling hebben toegeslagen. Israël moet het monster verslaan, hoe lang de strijd ook gaat duren zegt Kuhr. „We gaan ons niet met haat vervullen. Onze hand zal open zijn voor vrede als die hand ons wordt aangereikt.”