Nederland en Canada bij ICJ: Syrië martelde tienduizenden burgers
Nederland en Canada hebben bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag een pleidooi gehouden tegen Syrië. Damascus zou zich schuldig hebben gemaakt aan het martelen van tienduizenden burgers. Het is de eerste zaak rond de Syrische burgeroorlog die door een internationaal hof wordt behandeld.
De aanklagers haalden getuigenissen aan die een schrikwekkend beeld schetsen van hoe er in Syrië met gevangenen wordt omgegaan. Ze spraken van groepsverkrachtingen, verminkingen en hevige lijfstraffen. Syrië was niet vertegenwoordigd bij de zitting. Damascus noemt de beschuldigingen „desinformatie en leugens”.
Zaken bij het ICJ kunnen jaren duren, maar het hof kan ook bindende voorlopige maatregelen nemen. Volgens de vertegenwoordiger van Nederland, René Lefeber, is er geen tijd te verliezen. „Mensen in Syrië die nu vastzitten of het risico lopen te worden opgepakt, kunnen het zich niet veroorloven nog langer te wachten.” De hoorzitting gaat woensdag verder.
Nederland nam eind 2020 de eerste stappen om de zaak tegen Syrië aan te spannen. Canada sloot zich aan in maart 2021. Syrië heeft het VN-verdrag ondertekend dat martelen verbiedt.