„Uiteindelijk gaat het erom wat we met de cijfers gaan doen”, zei Van Aalst, die sinds februari hoofddirecteur is van het KNMI. Hij is zelf ook klimaatexpert. Als wetenschapper droeg hij bij aan rapporten van het VN-klimaatpanel IPCC.

Afgelopen zomer werd nog eens duidelijk hoe groot de weersextremen nu al zijn door klimaatverandering, maakte Van Aalst duidelijk tijdens zijn presentatie. Hij verwees onder meer naar het extreme noodweer in Libië, waar duizenden mensen om het leven kwamen door overstromingen, en naar de „vreselijke bosbranden in Canada”.

„We zien op allerlei plekken dat het ertoe doet en dat geldt ook voor Nederland”, zei de KNMI-baas. Zo overlijden hier tijdens hittegolven honderden mensen meer dan normaal en loopt ons land overstromingsrisico’s.

Op de risico’s die klimaatverandering oplevert moeten we ons aanpassen, wil het KNMI ook de politiek meegeven. „We moeten ons voorbereiden op omstandigheden die we misschien nog nooit hebben meegemaakt”, aldus Van Aalst. Hij benadrukte dat ook keuzes gemaakt moeten worden die bepalen hoe hoog de uitstoot van broeikasgassen de komende tijd nog zal zijn. Die uitstoot „bepaalt in welke range we terechtkomen”.