Meditatie: De enige Toevlucht
Johannes 6:68
„Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwige leven.”
Ik wil kort samenvatten, dat het zaligmakend geloof dierbaar is gewerkt door de Heilige Geest in het hart der uitverkorenen. Daardoor zien zij –als verlegen en aan zichzelf ontdekte zondaars– van zichzelf en alle eigengerechtigheid af. Als doemschuldig en onmachtig, maar overreed van de waarheid van Gods getuigenissen en van het aanbod der genade, nemen zij tot de Heere Jezus de toevlucht, grijpen Zijn sterkte aan, geven zich aan Hem naar ziel en lichaam over, om alleen in en door Hem, uit vrije genade, gezaligd en behouden te worden.
Het zaligmakend geloof merkt Petrus daarom met recht aan als het middel, waardoor de uitverkorenen Gods bewaard worden. Trouwens, door het geloof worden zij bewaard, om niet te bezwijken onder de hevigste aanvallen van de vorst der duisternis. Door het geloof schuilen zij bij Christus, om onder Zijn schaduw zich te verbergen, en de vurige pijlen van de boze uit te blussen. Door het geloof zien zij op Christus, Die aan het kruis de kop van de slang vermorzeld, en over alle overheden en machten getriomfeerd heeft. Ja, door het geloof halen zij uit Christus kracht en sterkte, om de bozen tegen te staan en kloekmoedig tegen die oude draak te strijden, en hem in de kracht van Christus te overwinnen. Door het geloof worden zij bewaard voor en afgeschrikt van de zonde.
Christiaan Salomon Duytsch, predikant te Mijdrecht
(”De gelukstaat, de roem en de bewaring van een gelovig christen, voorgesteld in drie leerredenen”, 1779)