De Jonge wil vanaf 2025 strengere milieuregels voor nieuwbouw
Demissionair woonminister Hugo de Jonge wil per 1 januari 2025 strengere milieuregels voor nieuw te bouwen woningen, kantoren en andere gebouwen, schrijft hij aan de Tweede Kamer. In de praktijk moeten bouwers daardoor schonere bouwmaterialen gaan gebruiken, zoals schoner staal of baksteen. Ook worden de verschillende regionale eisen naar één landelijke norm getrokken.
De Jonge wil de zogeheten MPG (Milieuprestatie voor gebouwen) aanscherpen. Voor woningen gaat die van 0,8 naar 0,5. Dat houdt in dat een gebouw jaarlijks per vierkante meter gemiddeld niet meer dan 0,5 euro aan milieuschade mag opleveren. Allerlei verschillende factoren bepalen uiteindelijk de MPG. Voor kantoren gaat de MPG van 1 naar 0,85.
Voor woningen met een klein oppervlak wordt nog een uitzondering bedacht: vanwege het geringe oppervlak is de milieulast per vierkante meter relatief hoog. Volgens een schatting gaat het om 9 tot 18 procent van de nieuwbouw. Het ministerie onderzoekt nog wat voor deze woningen mogelijk is.
Daarnaast worden regionale verschillen gelijk getrokken. Eerst mochten bijvoorbeeld gemeenten nog strengere voorwaarden voor duurzaamheid stellen dan in het Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving), voorheen het Bouwbesluit, waren opgenomen. Maar De Jonge wil af van deze vorm van maatwerk. Bouwers hebben last van verschillende regels in verschillende regio’s, schrijft De Jonge. Hij wil verder in gesprek met partijen hoe er nog meer standaardisatie kan komen.
De aanscherping van de milieuregels heeft volgens de minister geringe invloed op de prijs van nieuwbouw, en daarmee op de ambitie om de komende jaren meer dan 900.000 woningen te bouwen. Het Economisch Instituut voor de Bouw heeft onderzocht dat bouwers efficiënter hun materialen kunnen gebruiken, wat de duurdere kostprijs wegstreept. Ook kunnen bouwers bepaalde elementen weglaten die voor een hogere MPG zorgen, zoals luifels.
Verder wil De Jonge dat vaker biologische bouwmaterialen worden gebruikt, zoals vlas of hennep. „De markt voor biobased bouwmaterialen komt echter niet vanzelf van de grond”, constateert hij. Samen met minister Piet Adema (Landbouw) en staatssecretaris Vivianne Heijnen (Milieu) werkt De Jonge een plan uit waarin staat hoe de markt voor zogeheten biobased materialen kan groeien. Eerder trok het kabinet naar de wens van de Kamer hier 200 miljoen euro voor uit.
De Tweede Kamer debatteert donderdag over de kwestie.