Vrachtwagens rijden vaak halfleeg rond, „er is een cultuurverandering nodig”
Er rijden te veel vrachtwagens leeg rond en dat zorgt voor onnodige CO2-uitstoot. Transporteurs zouden meer moeten samenwerken, maar dat streven leidt tot logistieke hoofdpijn.
Meer dan de helft van de laadcapaciteit (55 procent) van rondrijdende vrachtwagens wordt niet benut, zo blijkt uit onderzoek van bureau CE Delft. Milieuorganisatie Natuur & Milieu vroeg het onderzoeksbureau de transportsector door te lichten om te zien waar die duurzamer kan werken. Minder vrachtwagens leeg laten rijden, is daarbij een logische oplossing.
Dat zou kunnen door lading te bundelen: een truck die ook vracht meeneemt van een concurrent of collega. Maar om dat te realiseren is een cultuurverandering nodig, zegt CE Delft. Met een logistieke horrorpuzzel, haken en ogen, en een transportcultuur die vooral gefocust is op eigen gewin, is het vullen van de wagens gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Maar ligt het wel aan de transportcultuur? Paul Buijs, docent duurzame logistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, vindt van niet. „Dan suggereer je dat ondernemers onwillig zijn. Dat is niet waar, want er wordt al veel van elkaars transport gebruik gemaakt”, zegt Buijs. „Maar nu gebeurt het nog erg ad hoc. Elke dag heeft een bedrijf wel te weinig of te veel vrachtwagens vrij. Een goede logistieke planner belt dan conculega’s op met de vraag of er iets van de vracht met hen mee mag.”
Projecten die zo’n samenwerking structureel moeten maken, stuiten volgens Buijs echter regelmatig op problemen. Ten eerste moet je ‘matchen’ met een ander bedrijf. „Stel: je brengt elke dag vracht van Groningen naar Maastricht, dan rijd je naderhand weer leeg terug. Je moet dan net een bedrijf vinden dat, op precies dezelfde dagen, vracht in de aanbieding heeft van Maastricht naar Groningen.”
Alleen daarom al moet je volgens Buijs veel data delen met andere bedrijven voor een goede samenwerking. Denk hierbij aan gegevens over de route, de vracht en de klant. Al deze informatie is concurrentiegevoelig, en dus is het niet aantrekkelijk om dat zomaar te doen.
Technologie
Als laatste maakt de technologie waarmee je logistiek plant, het samenwerken niet altijd even gemakkelijk. „Niet iedereen heeft dezelfde computerprogramma’s of -systemen. Als het in mijn systeem over ‘vrachtwagens’ gaat en die van jou heeft het over ‘trucks’, dan is de computer eigenlijk te dom om die aan elkaar te koppelen.”
De beladingsgraad van vrachtwagens is helemaal niet zo slecht als soms geschetst wordt, zegt Rob Aarse, duurzaamheidsspecialist bij ondernemersorganisatie Transport en Logistiek Nederland. „Statistieken gaan alleen over kilo’s, terwijl bijvoorbeeld iets als glaswol helemaal niet veel weegt, maar je er toch een vrachtwagen vol van kan hebben.”
Terugweg
Daarnaast kán volgens Aarse een vrachtwagen niet altijd gevuld zijn. Neem een zandwagen, die na het kiepen van zijn lading weer terug moet om nieuw zand op te halen. „Voor de terugweg kun je hem niet vullen.” Dat betekent volgens Aarse overigens niet dat er niets te verbeteren is.
De aanleiding voor het onderzoek is de vrachtwagenheffing, die vanaf 2026 gaat gelden. Door die heffing moeten vrachtwagens per gereden kilometer betalen. Hoe zwaarder en vervuilender, hoe hoger het tarief. Nu is dat tarief gemiddeld 15 cent per kilometer, en dat is volgens Natuur & Milieu veel te laag. Die wil het verdubbelen om ‘loze kilometers’ oninteressant te maken voor ondernemers.
Toch eindigden veel van de projecten om ondernemers beter te laten samenwerken zonder succes. Shula Stibbe van stichting Vervoeradres, die juridische ondersteuning geeft aan goederenvervoer over weg en water, heeft veel initiatieven voor logistieke samenwerking zien komen en gaan. Van sommige van deze miljoenen kostende projecten is „nog alleen een website in het archief” overgebleven, zegt ze.
Rendement
Platooning is volgens Stibbe een voorbeeld van een project dat bij nader inzien toch niet zo interessant bleek. Platooning houdt in dat vrachtwagens in een geautomatiseerd konvooi dicht op elkaar rijden, ondersteund door een computersysteem dat ervoor zorgt dat remmen en gas geven op elkaar zijn afgestemd zodat de trucks niet met elkaar botsen. Dat zou zorgen voor betere verkeersdoorstroming, hogere verkeersveiligheid, besparing op brandstof en minder CO2-uitstoot.
Sneuvelen
„Als groep bespaarde je wel wat brandstof, maar als je naar de individuele vrachtwagens keek, was dat niet zo heel veel.” Daarnaast moet er ook weer een logistieke puzzel worden gelegd. Het is pas duurzaam als de wagens zo lang mogelijk bij elkaar rijden, wat niet altijd te realiseren is. Daardoor kost het ondernemers meer moeite dan het waard is.
Projecten die een samenwerking tussen bedrijven in de logistieke keten beter moeten maken, sneuvelen vaak voordat ze grote impact kunnen hebben. Stibbe: „Het is een zeer complex probleem, dat niet zomaar is opgelost. Gemakkelijker gezegd dan gedaan.”