Het project heet het Decennium van de Integratie van de Roma. Een nevendoel van het project is het bestrijden van discriminatie van zigeuners. Het project wordt gefinancierd door de Wereldbank en het Open Society Institute van beursspeculant George Soros.

In een gezamenlijke verklaring, die aan het begin van de topontmoeting in het Bulgaarse Sofia werd uitgegeven, zeiden leiders van de acht staten de achterstand van Roma (zigeuners) „onacceptabel” te vinden. Hun plan is de eerste grootschalige poging om het zogenoemde Roma-probleem in Midden- en Oost-Europa aan te pakken.

Volgens president van de Wereldbank James Wolfensohn is de integratie van zigeuners een van de belangrijkste morele kwesties in Europa. Speerpunten van het project zijn onderwijs, gezondheid, werkgelegenheid en huisvesting.

Behalve Kroatië, Bulgarije en Hongarije doen Tsjechië, Macedonië, Roemenië, Servië en Montenegro en Slowakije mee aan het initiatief.

De meerderheid van de 10 miljoen Europese Roma woont in de voormalige communistische landen. De Roma vormen een van de snelstgroeiende, armste en grootste minderheden van Europa.

Het (naderend) lidmaatschap van de Europese Unie brengt steeds meer landen economische voorspoed. Van die groei hebben de verpauperde Roma, die vaak worden afgeschilderd als luie dieven, bitter weinig gemerkt. Bijna 40 procent van de zigeuners in Roemenië en Bulgarije moet rondkomen van minder dan 1,65 euro per dag. Een meerderheid van de zigeuners heeft de basisschool niet afgemaakt en minder dan een procent heeft hoger onderwijs genoten.

In het oosten van Slowakije bevolken tienduizenden van hen illegale krottenwijken die bestaan uit lemen hutten, ver van waterleidingen en elektriciteitsnetten. De gemiddelde levensverwachting voor Roma ligt tien tot vijftien jaar lager dan voor andere Europeanen.