Slotzitting in zaak over gifmoord na dood van verdachte Yvon K.
De rechtbank in Breda doet woensdag uitspraak in de zaak tegen de Tilburgse Yvon K. (64), die werd verdacht van het vergiftigen van haar partner. De rechtbank heeft laten weten dat ondanks het recente overlijden van K. de uitspraak doorgaat, maar „wat die precies zal inhouden, daar gaat de rechter woensdag op in”.
Het Openbaar Ministerie had een celstraf van negentien jaar geëist tegen de vrouw, die maandagochtend dood in haar woning is gevonden. Na een overlijden van een verdachte stopt de vervolging, schrijft het Wetboek van Strafrecht voor. „Dit is heel onbevredigend, want de rechter zal nu niet meer toekomen aan de vraag of zij bewezen acht dat verdachte haar vriend, Chris Grinwis, vermoord heeft. Dit is zeker ook voor de nabestaanden van Grinwis onverteerbaar”, aldus de officieren van justitie. Esther Vroegh, de advocaat van K., noemde het onbevredigend voor alle betrokkenen. „Er is twee jaar lang strijd gevoerd en vlak voor de finale houdt het dan op”, zei ze.
De zaak staat bekend als de gifmoord. Grinwis (65) overleed in de avond of nacht van 8 op 9 december 2020 in zijn woning aan de Dorpsstraat in het Brabantse Halsteren. In zijn bloed werd een hoge dosering zelfmoordmiddel gevonden. In K.’s woning werd hetzelfde euthanasiemiddel gevonden als waarmee Grinwis omkwam.
K. verzorgde als particulier therapeute de dementerende vrouw van Grinwis tot haar dood. Ze kreeg op de dag van haar uitvaart, in mei 2020, een relatie met de weduwnaar. Twee maanden voor zijn dood had Grinwis zijn testament aangepast en werd zijn nieuwe vriendin de enige erfgename.
Na de dood van de voormalige supermarkteigenaar is het dodelijke middel aangetroffen in de restanten van een toetje met kersenyoghurt en zat het aan een wijnglas. Daarnaast zijn in het lichaam van het slachtoffer geneesmiddelen gevonden die de verdachte voorafgaand aan zijn dood heeft opgezocht op haar iPad, aldus het OM. Tijdens de rechtszaak heeft de aanklager uitgebreid geciteerd uit de vele whatsappjes die de geliefden naar elkaar stuurden, waaruit bleek dat ze een „tumultueuze relatie” hadden, gezien de vele ruzies.
De verdachte, die tijdens het proces een pruik droeg, ontkende de man te hebben vergiftigd. Volgens haar advocaat ontbrak het harde bewijs in de strafzaak en hebben de officieren van justitie vermoedens en vooroordelen op elkaar gestapeld.