Een ongeïdentificeerde groep in militaire uitrusting was het noorden van Kosovo binnengedrongen en in een vuurgevecht met de politie terechtgekomen. De ongeveer dertig gewapende mannen verschansten zich in een klooster, waar ze werden omsingeld door de politie. Tussen beide partijen vonden meerdere vuurgevechten plaats.

Eerder zondag sprak de Kosovaarse premier Albin Kurti op sociale media over een „terroristische aanval”. „De georganiseerde misdaad valt ons land aan, met financiële en logistieke steun van functionarissen uit Belgrado”, aldus Kurti. Ook toonde de premier foto’s waarop verschillende mannen in militair uniform te zien waren, met wapens in de hand.

In Kosovo, dat in 2008 de onafhankelijkheid uitriep, zijn al jaren spanningen tussen etnische Albanezen en etnische Serviërs. De historisch Servische regio heeft een etnisch Albanese meerderheid. In 1999 bombardeerden NAVO-landen Joegoslavië en dwongen zo de Servische troepen en veel burgers de regio te verlaten. Maar in het noorden woont nog een Servische meerderheid van ongeveer 120.000 mensen, die het gezag van de regering in Pristina niet erkennen.