De kraagboog was gemaakt van zongedroogde lemen stenen en kon bewaard blijven doordat deze na de bouw relatief snel weer was ingegraven. De boog werd aangetroffen aan het einde van een smalle gang die gesitueerd was in een grote bouwconstructie van 4 meter dikke muren. Tijdens de bouw ervan –in 1800 voor Christus– stond er op die plek een grote Kanaänitische stad.

Archeologen vonden het geheel op de archeologische plaats Tel Shimron in de Jizreëlvallei. De vondst is opvallend omdat dergelijke boogconstructies vanuit die tijd –de middenbronstijd– niet eerder in Israël werden aangetroffen.

Het is onduidelijk waar de trap naartoe leidt. De archeologen vrezen instorting als ze nog verder graven; daarom willen ze door vanaf de andere kant te graven ontdekken waar de trap heenleidt.

Om de gang en de boog te bewaren voor verval, zijn deze opnieuw ingegraven.