Het is volgend jaar honderd jaar geleden dat de bekende Katwijkse kerk weer als bedehuis in gebruik werd genomen. Tussen 1890 en 1924 diende het gebouw als rederijschuur en voor zoutopslag. Na een forse renovatie en uitbouw met een dwarsbeuk werd het op 24 februari 1924 weer als kerk in gebruik genomen.

Het comité gaat in aanloop naar deze datum activiteiten organiseren in en rondom de Oude Kerk. Een deel van het geld dat daarmee binnenkomt, wil het gebruiken voor het terugbrengen van de witte kleur van de kerk.

Volgens het comité hebben vooral de niet-doorlatende verflagen die in het recente verleden zijn aangebracht veel kwaad gedaan. Hierdoor konden de muren niet meer ademen en uitdampen.

Sinds 2006 is onderzoeksbureau TNO ingeschakeld voor technisch onderzoek. In 2009 werden alle verflagen afgebikt en in 2011 kon een kaleilaag worden aangebracht, een soort zoutbindende laag die er nu nog op zit. Volgens deskundigen werkt die laag goed en is het mogelijk over enige tijd een nieuwe witte verflaag aan te brengen.

In 2012 berichtte het Reformatorisch Dagblad dat de Oude Kerk „nooit meer” wit zou worden. Volgens TNO was het overschilderen van kalei niet wenselijk. Op dit moment zijn de inzichten dat de kalei de zouten opgenomen heeft, waarna de muur bijgesmeerd moet worden, waarna weer een verflaag mogelijk is omdat de zouten uit de muur getrokken zijn.