Oekraïense milities en strijdkrachten waren al sinds 2014 in gevecht met de pro-Russische opstandelingen in de oostelijke Donbas-regio die veelvuldig werd beschoten, ook in de dagen voor de Russische invasie. Maar volgens de Oekraïense gezant in het Vredespaleis, waar het ICJ zetelt, Anton Korynevycht, slaat de claim van een genocide nergens op.

Hij heeft beklemtoond dat Rusland met de „vreselijke leugen” de internationale Conventie tegen Genocide misbruikt. Er was volgens hem geen sprake van volkerenmoord en de internationale conventie daartegen rechtvaardigt bovendien geen invasie om een beweerde volkerenmoord te beëindigen. Rusland schendt daarom het internationale recht in ernstige mate en moet de schade die de aanval veroorzaakt vergoeden.

Rusland heeft maandag beoogt dat de Oekraïense klacht juridisch geen steek houdt en dat de zaak niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. De vraag of het ICJ bevoegd is hierover te oordelen staat centraal in de huidige behandeling van de klacht die Oekraïne kort na 24 februari 2022 indiende. Aan het begin van de zittingen boekte Oekraïne in maart succes, want het hof aanvaardde de behandeling van de zaak in principe en beval dat Rusland de vijandelijkheden voorlopig stopt. Rusland heeft daar geen gehoor aangegeven.