Duizenden Libiërs protesteren in Derna tegen autoriteiten
In de deels weggevaagde havenstad Derna zijn duizenden Libiërs de straat opgegaan om te protesteren tegen de autoriteiten. Ze vinden dat het instorten van de twee dammen voorkomen had kunnen worden en dat de overheid veel te traag heeft gereageerd na de ramp. De woede richt zich vooral op de burgemeester van Derna en de voorzitter van het parlement, Aguila Saleh.
Een week geleden raasde de zware storm Daniel over Libië. Door de enorme hoeveelheid water die uit de lucht kwam vallen begaven twee dammen het en stroomde al het water met grote kracht naar Derna. Volgens de autoriteiten is zeker een kwart van die stad weggespoeld. De demonstranten zijn boos dat de dammen jarenlang zijn verwaarloosd. Ze willen een snel onderzoek en dat er juridische stappen komen tegen de verantwoordelijken.
Ook in de nasleep van de overstromingen is volgens veel Libiërs te langzaam gereageerd. Het parlement kwam pas na drie dagen bijeen om geld vrij te maken voor de noodhulp. „Aguila, we willen je niet” roepen demonstranten over de parlementsvoorzitter, die vindt dat er geen voorbereiding opgewassen was tegen dit natuurgeweld. De Libiërs roepen ook op tot eenheid in het door burgeroorlogen verscheurde land. „Alle Libiërs zijn broeders.” Het parlement is gevestigd in het oosten van het land, waar ook Derna ligt. In het westen zit de regering die internationaal wordt beschouwd als de Libische regering.
De berichten over het dodental in Derna lopen de afgelopen dagen sterk uiteen en worden vaak bijgesteld. Dat leidt ook tot grote irritatie bij bewoners, omdat er totaal geen coördinatie lijkt te zijn tussen de verschillende organisaties die aan het werk zijn en de autoriteiten uit het westen en het oosten. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft nu in elk geval 3922 doden bevestigd. Mogelijk zijn nog meer dan 10.000 mensen vermist.