Bijbels spreken over gender vraagt blijvende bezinning
Laten we duidelijk blijven uitkomen voor onze standpunten op het gebied van de genderideologie. Naast redelijke argumenten zijn een goede toon en herkenbare taal onmisbaar. Hierop moet de gereformeerde gezindte zich blijven bezinnen.
De genderideologie stelt indringend de vraag naar wie we zijn en wat onze identiteit is. We kunnen onze identiteit niet losmaken van de traditie die ons normen en waarden heeft meegegeven. We worden geroepen om te leven voor Gods aangezicht en ons leven in te richten naar Zijn geboden.
Nu beleven we echter een tijd waarin het denken over identiteit totaal wordt losgemaakt van het verleden, zeker als het om christelijke normen en waarden gaat. Onze identiteit moeten we gaan ontdekken door het heft in eigen handen te nemen, door via zelfbeschikking en autonomie onze allerindividueelste keuzes te maken. De genderideologie is hiervan een uitvloeisel.
Postmodernisme
De genderideologie maakt gender en sekse los van elkaar. De traditionele tweedeling m/v en het uitgangspunt dat het lichamelijk samenkomen is voorbehouden aan een gehuwde man en vrouw zijn totaal aan de kant geschoven. Men spreekt over een veelkleurig palet van genderidentiteit en seksuele diversiteit. Genderidentiteit staat voor hoe ik mezelf beleef, los van mijn biologische geslacht. Seksuele diversiteit staat voor hoe ik mijn seksualiteit uitleef en praktiseer. Daarbij zijn de soorten relatie die ik kan aangaan zeer divers. De genderideologie hangt nauw samen met het postmodernisme in onze tijd.
Bijbelse visie
In hoofdlijnen zegt de Bijbel dit over seksualiteit en identiteit:
De scheppingsorde is norm voor ons handelen. God heeft gewild dat er mannen en vrouwen zijn. Wie die orde omverwerpt, tast het beeld van God aan. Denk aan genderdysforie.
God gaf het huwelijk als de instelling waarbinnen man en vrouw lichamelijk mogen samenkomen. Samenkomen in welke andere vorm ook heet in de Bijbel hoererij.
De Heere roept ons op om in de omgang met elkaar kuis, eerbaar en ingetogen te leven. Dit ter bescherming van onszelf en de ander.
Het gezin en de familie zijn de orderingen waarin kinderen hun identiteit kunnen ontwikkelen.
De ware identiteit van een christen ligt erin dat Hij de Heere mag kennen in Zijn genade in Christus. Dat heiligt de menselijke verhoudingen.
De Bijbel ontkent de homoseksuele gerichtheid als onderdeel van iemands identiteit niet, maar wijst de homoseksuele praxis af.
Ons leven is een roeping (1 Korinthe 7). God roept de een tot een huwelijk, de ander niet. Een alleengaande is voor de Heere niet minder dan een gehuwde.
Door de zonde kan de mens Gods mooie en tere gave van liefde en seksualiteit totaal verminken. Iemand kan liefde zo fixeren op zichzelf, dat die een kwelling voor de ander is, zelfs tot beschadiging toe (denk aan incest en grensoverschrijdend gedrag).
Grote veranderingen
Op het terrein van liefde en seksualiteit is ontzaglijk veel veranderd. Ik noem drie ontwikkelingen.
1. De seksuele revolutie. Door de pil konden seksualiteit en voortplanting van elkaar losgemaakt worden. De pil was ook een katalysator om invulling te geven aan het recht op zelfbeschikking. Tegelijkertijd kwam het samenwonen op.
2. Via het COC werd gepropageerd dat seksuele gemeenschap tussen mensen van hetzelfde geslacht ‘normaal’ is. De publieke opinie over homoseksualiteit veranderde. In de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb, 1994) is vastgelegd dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op grond van onder andere hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat. In 2001 werd het burgerlijk huwelijk opengesteld voor twee mensen van hetzelfde geslacht. De homobeweging ontkende overigens niet de werkelijkheid dat onze samenleving bestaat uit mannen en vrouwen.
3. De genderbeweging beleefde de afgelopen tien jaar een stormachtige opkomst. De genderideologie is een regelrechte ontkenning van de werkelijkheid dat de Heere de mens mannelijk en vrouwelijk geschapen heeft. Het gaat er alleen maar om hoe ik mezelf beleef, los van in wat voor lichaam ik woon.
Seksuele immoraliteit
Mensen met genderdysforie zijn er altijd geweest, maar tegenwoordig lijkt het veel vaker voor te komen dan vroeger. Door de genderideologie worden veel jongeren in de kwetsbare puberteit heftig aangevuurd om erover na te denken of ze wel een jongen of meisje (willen) zijn.
In het Bijbelboek Openbaring, toch een profetie over de eindtijd, wordt opvallend vaak geschreven over seksuele immoraliteit. We leven in een tijd waarin zonde geen zonde meer mag heten. De autonome mens wil niet meer buigen voor en leven naar Gods heilzame geboden. Dat dit tot chaos en wanorde leidt, mag niet gezegd worden, terwijl het met feiten is te staven dat Nederland langzaam wegglijdt in wetteloosheid en bandeloosheid.
Vrijheid van godsdienst
De visie van de reformatorische gezindte op geslacht, liefde, trouw, huwelijk, seksualiteit en gezin wijkt flink af van hoe de meerderheid in de samenleving daarover denkt. Onze democratische rechtstaat biedt echter geen ruimte voor andere opvattingen dan die van de meerderheid. Die ruimte wordt door wetgeving begrensd. Artikel 1 van de Grondwet verbiedt discriminatie. Artikel 6 bepaalt dat iedereen het recht heeft om zijn godsdienst en levensovertuiging „vrij te belijden”. Artikel 7 regelt de vrijheid van meningsuiting. Grondrechten kunnen niettemin met elkaar in botsing komen. Bijvoorbeeld de vrijheid van godsdienst en het discriminatieverbod. Ik voorzie ook een botsing tussen de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. Daartussen zou geen verschil moeten zijn, maar ik ben bang dat rechters niet altijd objectief zullen optreden.
Laten we duidelijk blijven uitkomen voor onze standpunten. Een goede verwoording daarvan vergt echter nog de nodige bezinning. We moeten het niet alleen zoeken in redelijke argumenten en vertrouwen op goede juridische regels. Op een goede toon en in herkenbare taal uitkomen voor ons christelijk standpunt is minstens zo belangrijk. Als onze levenshouding vragen oproept, moeten we ons durven verantwoorden en ervan getuigen dat er geen beter leven is dan het leven in de vreze des Heeren.
Hoogste doel
Voor onze houding tegenover personen met een andere seksuele gerichtheid, binnen of buiten onze eigen kring, zijn de volgende punten heel wezenlijk:
Laten we met onze naaste respectvol omgaan in wat we zeggen en hoe we handelen. Laten we voorzichtig (dat is wat anders dan onduidelijk) zijn met onze woorden en ons ervan bewust zijn dat, als we in het algemeen dingen beweren, er altijd iemand in ons gezelschap kan zijn die zich persoonlijk aangesproken voelt.
In de kerk en op school moeten we zorgen voor een veilig klimaat voor iedereen.
Laten we ook ernst maken met zondige seksuele gedragingen binnen de heteroseksuele praxis.
Liefde en seksualiteit moeten meer aandacht krijgen bij de vorming van jongeren en de toerusting van gemeenteleden.
Het thema seksuele diversiteit moet aan de orde komen met het oog op onze jeugd. Maar dan wel ingebed in het bredere thema van de seksualiteit zoals de Bijbel daarover spreekt.
Seksualiteit is geen doel in zichzelf, zoals de publieke opinie ons wil doen geloven. Ons hoogste doel is niet alleen gelegen in het onderhouden van de tweede tafel van de Wet maar moet ook gestempeld zijn door het onderhouden van de eerste tafel van de Wet. Ons leven moet zijn: God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf.
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Beekbergen. Dit artikel is een samenvatting van de lezing die hij op 15 september in Gouda hield voor studenten.