De minister maakte in juli in een ontwerpbesluit bekend dat alle vormen van bodemberoerende visserij worden verboden in een gebied van 24.550 hectare. Door de aanleg van de Tweede Maasvlakte zijn natuurwaarden verloren gegaan en het visserijverbod is daarvoor een compensatiemaatregel.

„We dienen een zienswijze in, omdat het college van burgemeester en wethouders van mening is dat de visserijsector ten onrechte verantwoordelijk wordt gehouden voor de noodzakelijke natuurcompensatie”, zegt wethouder Henk van Putten (visserij). „Dit terwijl onze visserij part noch deel heeft gehad in de komst van de Tweede Maasvlakte. Er wordt nu gewezen naar één sector, terwijl niet bewezen is dat de natuur door een verbod op bodemberoerende visserij daadwerkelijk verbetert.”

Vorige week lieten Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland al weten uitstel van het visserijverbod te willen, zodat alternatieve compensatiemaatregelen kunnen worden onderzocht. Om die reden wil ook de gemeente Goeree-Overflakkee uitstel van het verbod.

Het ministerie van LNV liet vorige week weten dat Van der Wal geen keuze heeft. Een aantal natuurorganisaties was naar de rechter gestapt omdat zij vinden dat er te weinig natuurcompensatie is geweest na de aanleg van de Tweede Maasvlakte. De rechtbank gaf de natuurorganisaties grotendeels gelijk en daarom moest de minister een ontwerpbesluit opstellen. Van der Wal is in gesprek met alle betrokkenen, waaronder het Havenbedrijf Rotterdam, vissers, natuurorganisaties en overheden, over een alternatieve invulling van de compensatieverplichting.