Het Oekraïense leger maakt steeds vaker gebruik van drones en veel van die drones worden in Oekraïne zelf gebouwd. Drones hebben het voordeel dat ze gebruikt kunnen worden om doelen op Russisch grondgebied aan te vallen, iets wat niet mag met de wapens die Oekraïne uit het buitenland krijgt. De toestellen zijn ook relatief goedkoop om te maken, terwijl de vijand soms dure munitie moet gebruiken om ze te onderscheppen.

De afgelopen tijd is het aantal Oekraïense aanvallen op Russisch grondgebied flink toegenomen. Het Russische ministerie van Defensie meldde vrijdag dat het in een week tijd 281 drones heeft neergehaald. Oekraïense drones hebben al meermaals Moskou getroffen, net als doelen op de door Rusland bezette Krim. Afgelopen week viel Oekraïne ook een vliegveld aan in het noorden van Rusland, bij de grens met Estland en Letland. Met zeedrones heeft het aanvallen uitgevoerd op marineschepen in de Zwarte Zee en op de brug die de Krim verbindt met het Russische vasteland.

Reznikov sprak tegenover Ukrinform ook opnieuw zijn verwachting uit dat zijn land in het voorjaar F-16-straaljagers zal kunnen inzetten. Onder andere Nederland, Denemarken en Noorwegen hebben Oekraïne beloofd om zulke vliegtuigen te leveren. De minister zei dat hij die landen schriftelijk heeft verzekerd dat de toestellen niet zullen worden gebruikt om aanvallen uit te voeren op Russisch grondgebied.