De EU begon vorig najaar met militaire basistraining en een palet aan specialistische opleidingen voor bijvoorbeeld het opruimen van mijnen. De teller staat inmiddels op 25.000 afgeronde trainingen, zei Borrell na afloop van overleg met de defensieministers van de EU-landen. Eind oktober zou het oorspronkelijke doel al worden bereikt.

Maar een eind aan de oorlog is niet in zicht en er is meer nodig, denkt de hoogste diplomaat van de EU. Hij wil verder bezien of het opleiden van F-16-piloten en ander personeel om de gevechtsvliegtuigen in de lucht te houden in het Europese trainingsprogramma kan worden ingepast. Dat zou kunnen betekenen dat er bijvoorbeeld Europees geld vrijkomt voor de training. Die wordt nu nog gedragen door Nederland en andere landen van de zogenoemde straaljagercoalitie, die Oekraïne aan moderne gevechtsvliegtuigen wil helpen.

Het nieuwe Europese miljardenfonds ten bate van de verdediging van Oekraïne waar Borrell aan werkt moet nog dit jaar af zijn, stelt hij zich ten doel. Het zou de komende vier jaar goed zijn voor telkens 5 miljard euro, waardoor Oekraïne in totaal op 20 miljard moet kunnen rekenen. Nu leunt de EU voor bijvoorbeeld het vergoeden van wapenleveringen op een kleiner potje. Dat moet steeds weer worden bijgevuld, waardoor vooral Hongarije kan tegenstribbelen. Bovendien dreigen de andere brandhaarden waarvoor dat fonds ook bedoeld is er bekaaid af te komen.