Volt en CU: Honderd Kamerleden erbij
De Tweede Kamer komt te weinig toe aan haar wetgevende en controlerende taak. Er moeten honderd leden bij om de taak van volksvertegenwoordiging beter te kunnen vervullen.
Dat schrijven Tweede Kamerleden Laurens Dassen (Volt) en Mirjam Bikker (CU) in een gezamenlijke initiatiefnota, die de twee dinsdag presenteerden.
Sinds 1956 bestaat de Kamer uit 150 zetels. Toen woonden er nog 10,82 miljoen mensen in Nederland. Nu zijn dat er 17,81 miljoen. Volt en CU vinden het niet kunnen dat het inwoneraantal sinds 1956 met ongeveer 65 procent is gestegen zonder dat het aantal Kamerzetels verhoudingsgewijs toenam. Ze verwijzen daarvoor onder meer naar de toegenomen werkdruk en het groeiend aantal Kamerleden dat de afgelopen tijd uitviel met een burn-out.
Meerdere rondes
Het gesprek over het versterken van de functie van de Tweede Kamer is al even gaande, maar de optie van meer Kamerleden kwam tot dusver maar summier aan bod. De initiatiefnota moet daar verandering in brengen, al vereist het realiseren van het plan van CU en Volt wel een grondwetswijziging. Zo’n proces strekt zich uit over meerdere rondes, waarbij de finale besluitvorming pas kan plaatsvinden nadat er nieuwe Tweede Kamerverkiezingen zijn geweest.
Een eerste prognose van beide partijen laat verder zien dat met de uitbreiding jaarlijks een bedrag van ruim 138 miljoen euro aan extra kosten is gemoeid. Er is ruim 23 miljoen extra nodig voor de salarissen, wachtgelden en pensioenen van de honderd extra Kamerleden en ruim 115 miljoen voor de extra ondersteuning vanuit onder meer het ambtelijk apparaat.
Met hun voorstel, dat Volt overigens al eerder indiende met oud-CU-fractievoorzitter Segers, lijken de twee partijen een voorschot te nemen op de verkiezingscampagne, waarin het versterken van de volksvertegenwoordiging mogelijk een van de thema’s zal zijn.
Ook de kabinetten-Rutte III en IV roerden zich al op dat thema, mede in reactie op de voorstellen van de Staatscommissie Parlementair Stelsel uit 2018. Zo zijn er bij de Tweede Kamer al wetten aanhangig die ervoor moeten zorgen dat de Eerste Kamer na Provinciale Statenverkiezingen minder abrupt van samenstelling verandert en dat de invloed van de Senaat op grondwetswijzigingen wordt verkleind.
Een derde wet moet burgers bij verkiezingen de mogelijkheid geven vooral te stemmen op een partij –zonder een kandidaat te selecteren zoals bijvoorbeeld de lijsttrekker–, dan wel op een specifieke kandidaat.
Ook Pieter Omtzigt roerde zich al op het terrein van de kieswetten. Hij wil het kiesstelsel op de schop nemen, zodat het gros van de Kamerleden voortaan wordt gekozen via provinciale kiesdistricten.
Kiesdrempel
Welke van de voorstellen het meest in het voordeel is van de kleine christelijke partijen –dat van Volt/CU of van Omtzigt– valt nu nog niet te overzien. Een en ander hangt mede af van de vraag of de door Volt/CU bepleitte uitbreiding van de Kamer, als die er al komt, al dan niet gepaard gaat met het verhogen van de kiesdrempel. Is dat het geval, dan komen er weliswaar honderd Kamerleden bij, maar gaat ook de drempel om te worden gekozen omhoog.