VN: Taliban moeten meer doen tegen moorden en martelingen
De Afghaanse autoriteiten hebben vermoedelijk honderden keren de mensenrechten geschonden van mensen die voor het oude regime werkten, terwijl ze beloofd hadden om ze gratie te verlenen. De mensenrechtenafdeling van de Afghaanse VN-missie UNAMA zegt aanwijzingen te hebben dat er sinds de machtsgreep door Taliban in augustus 2021 honderden mensen zijn omgebracht, verdwenen, gemarteld en onterecht zijn vastgezet.
In alle Afghaanse provincies hebben de Taliban het vooral op voormalige militairen, politiemensen en veiligheidsmedewerkers gemunt, zegt UNAMA in een nieuw rapport. Tussen 15 augustus 2021 en 30 juni van dit jaar zijn vermoedelijk 218 mensen om het leven gebracht, 14 mensen verdwenen, 144 mensen gemarteld of mishandeld en 424 mensen buiten de correcte procedures om vastgezet.
De Afghaanse autoriteiten horen dit soort feiten niet te plegen, en moeten eigenlijk zelfs voorkomen dat dit soort misstanden überhaupt voorkomen, zo staat in het rapport. Toch zien de VN „goed gedocumenteerde, voortdurende mensenrechtenschendingen” tegenover voormalige overheidsfunctionarissen en militairen. Die worden door de machthebbers „met kennelijke straffeloosheid gepleegd, aangezien er weinig aanwijzingen zijn dat er preventieve maatregelen getroffen worden”, behalve dat er af en toe een verklaring wordt afgelegd.
