Kraamverzorgende Dineke Bus onder politiebegeleiding naar nachtelijke bevalling
Na 47 jaar stopt Dineke Bus (66) uit Harderwijk als kraamverzorgende. „Op de laatste dag in een gezin zien dat het allemaal goed gaat, dat de moeder het weer aankan, is elke keer weer een mooi moment in de kraamzorg.”
Het gezin van Frank en Henrieke de Reus in het buitengebied van Kootwijkerbroek was de laatste werkplek voor de kraamverzorgende van RST Zorgverleners. Siebe, broertje van Jilles (5), Tjerk (3) en Frank (1), was de laatste baby die ze verzorgde. Dineke Bus gaat met pensioen. Hoeveel borelingen ze door de jaren heen heeft geholpen, kan ze niet zeggen. „Geteld heb ik ze niet. Ik heb dozen vol plakboeken met geboortekaartjes.”
Fietsen
Drie werkgevers had Dineke als kraamverzorgende. Bij Kraamcentrum Nunspeet begon ze. „Daar had ik het best naar m’n zin, maar de leiding verlangde dat ik me liet vaccineren. Ik heb ontslag genomen.” Dineke kon daarna aan de slag bij Bureau Kraam- en Gezinszorg, dat zich richtte op de rechterflank van de gereformeerde gezindte.
„Zo’n tien jaar zwierf ik voor BKG door het hele land, van Zeeland tot Groningen, Friesland en Noord-Holland”, vertelt Dineke. „Een dag of acht tot tien was je dan bij een gezin. ’s Avonds had je tijd voor jezelf. Dan ging ik vaak een eindje fietsen of bezocht ik een doordeweekse kerkdienst omdat kerkgang zeker op zondagmorgen vaak niet mogelijk was doordat je dan in het gezin moest zijn. Ik ga nog vaak naar doordeweekse diensten. Twee of drie zondagochtenden ben je in de kraamzorg toch aan het werk.”
Bij BKG was Dineke leidinggevende. „Ik bracht voor- en nabezoeken aan de kraamgezinnen en gaf les aan de meisjes die bij BKG wilden gaan werken. Die bezoeken deed ik er vrijwillig bij, naast het kramen, anders kon de organisatie niet draaien.”
Zo’n dertig jaar geleden was Dineke betrokken bij de oprichting van de Reformatorische Stichting Thuiszorg (RST), waarin BKG later zou opgaan. In die periode overwoog ze bovendien een andere werkomgeving. „Ik wilde verder leren en solliciteerde bij een christelijk ziekenhuis. In een gesprek bleek echter dat daar abortussen werden gepleegd als een afwijking van een kindje niet met het leven verenigbaar werd gevonden, bij een open ruggetje bijvoorbeeld. Ik wilde er niet meer werken, dat kon ik voor mijn geloofsovertuiging niet verantwoorden. Toen belde RST. Of ik wilde terugkomen.”
Minder zwaar
Korte tijd werkte Dineke bij RST als leidinggevende. „Maar ik ben toch een praktijkmens, ik houd niet zo van op kantoor zitten. Ik werk liever gewoon in de gezinnen.”
De kraamzorg is door de jaren heen minder zwaar geworden, vat Dineke samen. „Vroeger waren er allemaal luiers en lakens. En vaak geen fatsoenlijke wasmachine, maar waslijnen in huis. Moeders bleven de eerste vijf dagen liggen en moesten dan ook op bed gewassen worden. Nu zijn er pampers, droogtrommels en afwasmachines. Met dekbedden en hoeslakens is het ook veel makkelijker.”
Aan de andere kant drukt nu het tekort aan medewerkers op de kraamzorg. „Kraamverzorgenden moeten in sommige regio’s vaker dubbelen, in twee gezinnen op één dag werken. Ik heb gelijk gezegd dat ik daar te oud voor was. Ik zou niet zoveel voldoening meer van m’n werk hebben als ik ergens begon maar mijn taak in het gezin niet zou kunnen afmaken. Ik vind het niet leuk als je naar een ander gezin moet terwijl de moeder nog op bed ligt en het met de borstvoeding niet wil lukken.”
Niet altijd maakte Dineke blijdschap mee in de gezinnen. „Er worden ook kinderen stil geboren. Meestal gebeurt dat in het ziekenhuis, maar daarna komt de moeder thuis en is er toch kraamzorg nodig. Elk jaar kwam dat wel een keer voor. Het is altijd weer een groot wonder als de Heere nieuw leven geeft.’’
Mantelzorg
De Veluwe was haar rayon, Dineke kwam ook wel in Genemuiden, Staphorst of Almere. Meer dan eens werkte de Harderwijkse in hetzelfde gezin. „Of bij drie generaties. Moeder, dochter en kleindochter.”
Op de vraag naar een anekdote schiet Dineke meteen in de lach. „In de tijd dat er nog geen TomTom was, moest ik eens midden in de nacht vanuit Harderwijk naar een bevalling in Doetinchem. De route had ik uitgeschreven: eerste weg links, tweede stoplicht rechts. Toch verdwaalde ik in de bossen, helemaal achteraf. Tot er plotsklaps een auto uit een weggetje kwam. Ik vertrouwde het niet. Ik moest stoppen. Bleken het politiemannen in burger te zijn. Ik moest achter hen aan rijden. Ze hebben me netjes voor de deur van het kraamgezin afgezet.”
Na haar pensionering zal Dineke Bus niet stilzitten. „Ik denk aan mantelzorg bij oudere mensen. Dat lijkt me mooi om te doen. Eerder zorgde ik al voor twee oude tantes. Ik moet wel wat omhanden hebben.”