Minder kotters naar de sloop dan verwacht
Het aantal Noordzeekotters dat met subsidie uit de vaart wordt genomen valt aanzienlijk lager uit dan verwacht. Het gaat om 54 schepen, terwijl 72 aanvragen waren goedgekeurd.
Dat blijkt uit definitieve cijfers die demissionair minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vrijdag aan de Tweede Kamer heeft gemeld.
Ondernemers de van de saneringsregeling gebruik wilden maken, hadden tot 31 juli de tijd om de procedure te doorlopen. Een van de voorwaarden is dat zij hun schip hebben gesloopt of onklaar gemaakt. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland controleert of daaraan is voldaan.
De regeling werd vorig jaar opengesteld voor vissers die getroffen worden door de brexit. Bij het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie heeft de EU een deel van haar vangstrechten afgestaan aan het VK. Daar werden 139 Nederlandse kotters door geraakt, die met name op platvis (tong en schol) vissen. Vissers konden zich tot eind november 2022 aanmelden voor de sanering. Het ministerie van LNV ontving 82 aanmeldingen, waarvan er 72 zijn goedgekeurd.
De inkrimping van de kottervloot zal leiden tot minder aanvoer van verse vis bij de visafslagen. Als alle 72 kotters hadden meegedaan zou de aanvoer van tong en schol volgens onderzoeksinstituut Wageningen Economic Research met meer dan 60 procent kunnen afnemen.
De visserijregio´s Urk, Zuidwest-Nederland, Kop van Noord-Holland, Waddenkust en IJmuiden worden sociaal, economisch en cultureel getroffen door de inkrimping van de vloot. Demissionair minister Adema heeft al 30 miljoen euro beschikbaar gesteld om de visketen en de visserijgemeenschappen te helpen om zich aan de nieuwe situatie aan te passen. Later deze maand stelt hij een subsidieregeling open voor brandstofbesparende maatregelen op vissersschepen. In die pot zit 20 miljoen euro.