Sector veert op na overname Gillette
De overname van Gillette door Procter & Gamble is een actie waar analisten en zakenbanken al enige tijd op zaten te wachten.
De kenners vonden de branche van voedings- en wasmiddelen, huishoudelijke artikelen en producten voor de persoonlijke verzorging rijp voor een nieuwe overnameronde. Maar de grote boekhoudschandelen en het sombere economische klimaat van de afgelopen jaren stonden zo’n consolidatieslag in de weg.
Het in Cincinnati (Ohio) gevestigde Procter & Gamble heeft nu de knuppel in het hoenderhok gegooid. Het enorme bedrag van 57 miljard dollar (ruim 43 miljard euro) heeft het over voor Gillette (Boston, Massachusetts). Omgerekend is Procter & Gamble bereid veertig keer de voor dit jaar verwachte winst van Gillette te betalen.
De twee Amerikaanse iconen doen een gooi naar de toppositie van grootste producent van consumentartikelen ter wereld. P&G-Gillette is goed voor een geschatte jaaromzet van 60 miljard dollar (46 miljard euro), net iets minder dan de ruim 47 miljard euro aan verkopen (omzet 2003) van de Nederlands-Britse concurrent Unilever.
De kracht van de nieuwe combinatie zit onder meer in het brede palet aan merken dat ze voeren. Eenentwintig merken -variërend van Pringles, Pampers, Olay en Duracell tot de bekende Gillette-mesjes- zijn afzonderlijk al goed voor een jaaromzet van meer dan 1 miljard dollar.
De terreinen waarop beide actief zijn overlappen elkaar bovendien bijna niet, wat bij waarnemers de verwachting wekt dat de overname nauwelijks op verzet zal stuiten bij de Amerikaanse en Europese mededingingsautoriteiten.
Het voorgenomen huwelijk van Procter en Gillette zette vrijdag direct een geruchtenmachine in gang. Nu zal de concurrentie wel snel in actie moeten komen, stellen analisten, anders leggen ze het af tegen de nieuwe combinatie. P&G stelt dat de overname een kostenvoordeel van 14 tot 16 miljard dollar zal opleveren. Verder wil het concern 6000 banen schrappen, 4 procent van het totaalaantal arbeidsplaatsen.
De lagere kosten en de concentratie van merken en artikelen in één hand bieden Procter & Gamble de ruimte de strijd aan te gaan met retailconcerns als Wal-Mart. Net als in Nederland woedt in de Verenigde Staten een prijzenslag in de supermarkten, die de winstmarges van leveranciers als P&G en Unilever behoorlijk onder druk zet.
De combinatie P&G-Gillette heeft zo’n omvang dat zij de supermarktketens de duimschroeven kan aandraaien. Bovendien levert de samenvoeging zulke besparingen op dat het concern weer wat meer speelruimte krijgt in zijn winstmarges.
Het is dus niet vreemd dat analisten direct aan de slag gingen met mogelijk andere combinaties in de sector. Unilever neemt op die lijstjes een prominente rol in. Het wordt al snel gekoppeld aan namen als Colgate-Palmolive, Reckitt en l’Oreal.
Of de Nederlands-Britse multinational op korte termijn trek heeft in een grote overname, is de vraag. Het concern is de afgelopen jaren druk bezig geweest met het terugbrengen van de schuld, die was ontstaan door de overname van Bestfoods in 2000 voor 56 miljard gulden (dik 25 miljard euro).
Verder heeft Unilever last van teruglopende omzetten bij de 400 belangrijke merken waarop het zich al enige tijd concentreert. De twee topmannen A. Burgmans en P. Cescau hebben het er zo druk mee hun bedrijf weer op de rails te krijgen dat een grote overname, met de bijbehorende integratieproblemen, wel eens niet gelegen kan komen.