De berichten werden begin dit jaar geplaatst. Iemand schreef dat een man vrouwen gebruikte en dumpte, en in het geheim opnamen van hen maakte. Ook werd hij een pathologische leugenaar genoemd. Bij de berichten stonden ook foto’s van de man en screenshots van chats over hem. De man over wie de berichten gaan, vindt dat hij hierdoor geïntimideerd wordt. Daarom begon hij een kort geding tegen Meta, het moederbedrijf van Facebook.

Volgens de rechtbank zijn de berichten „schadelijk voor de eer en goede naam” van de man over wie de posts gaan. Het gaat om „herhaalde ernstige, niet onderbouwde beschuldigingen”, waarvan de juistheid „zeker niet vaststaat”. De rechter voegt eraan toe dat „de vrijheid van meningsuiting nu eenmaal niet onbegrensd is”. Daarom moet het doelwit de gelegenheid krijgen om de afzender aan te spreken, en daar is de gebruikersinformatie van Facebook voor nodig.

Facebook hoeft de berichten niet meteen te verwijderen. Dat er geen bewijs is voor de beschuldigingen, betekent niet dat ze per definitie niet kloppen. Misschien zijn de beweringen onrechtmatig, misschien niet, en dan is een kort geding niet de plek om Facebook te verplichten tot wissen, aldus de voorzieningenrechter.