Als baby werd ze geadopteerd, maar miste ze liefde. Als kind werd ze misbruikt en de prostitutie ingepraat. Als twintiger vroeg ze euthanasie aan, maar als moeder wil ze weer leven. Voor haar dochter.
Een vrolijk muziekje klinkt uit de roze kinderlaptop die op tafel staat. Mirjam geeft bedachtzaam antwoord op de laatste vraag. Haar dochtertje, in een roze jurkje, zit op schoot rustig aan een bastognekoek te knabbelen. „Ben ik supergelukkig? Nee. Maar ik ben er nog. Ik moet uit de overlevingsstand. Dat is waar ik nu mee bezig ben.”
Ze heeft zojuist haar hele verhaal verteld, naar aanleiding van de Internationale dag tegen mensenhandel, zondag. De twintiger somt alle ellende op die haar is overkomen. Een aantal keer herhaalt ze: „Ik was ook geen makkelijk kind. Niet alle begeleiders meenden het verkeerd. Mijn adoptieouders handelden ook maar met de kennis die op dat moment voorhanden was.” Zelfs voor het meisje dat haar op 12-jarige leeftijd aanspoorde geld te vragen voor seks, verzint ze tot op de dag van vandaag nog excuses, vertelt ze. „Ik blijf het lastig vinden om in te zien dat het echt heel erg fout was wat zij deed.”
Mirjam werd als baby geadopteerd uit een Afrikaans land. In het gezin waren al twee biologische dochters, later volgde er nog een. Vooral met haar adoptievader boterde het niet. „Ik had hechtingsproblemen. Tijdens ruzies, of als ik iets verkeerd deed, zei hij weleens dat ze me nooit hadden moeten adopteren.”
Op haar elfde belandt Mirjam in een jeugdzorginstelling. Daarna volgen er nog 34. Ze loopt er ernstige trauma’s op. „Toen ik elf was, zei de begeleiding dat ik mezelf niet goed schoonmaakte. Dus kwam er iemand bij zitten tijdens het douchen, die me aanwees waar ik me extra goed moest wassen. Dat waren zowel mannen als vrouwen.”
Mirjam maakt veel misstanden mee. „Van de tien begeleiders kun je denk ik zeggen dat twee zich met hart en ziel inzetten voor de jongeren. Dan heb je er nog vijf die puur voor het geld werken. De andere drie zitten echt op de verkeerde plek en zouden niet met jongeren moeten werken.” Zelf wordt Mirjam door een begeleider misbruikt.
Als ze op haar twaalfde totaal onverwachts te horen krijgt dat ze tot haar achttiende niet meer thuis mag wonen, begint ze weg te lopen uit de instellingen wanneer ze maar kan. Maar een andere plek om te slapen heeft ze niet. Een jongen biedt haar een slaapplek aan, voert haar dronken en verkracht haar. „Vanaf dat moment sloegen bij mij de stoppen door. Ik ging los op seksueel gebied.”
Een meisje, slechts een paar jaar ouder dan Mirjam, raadt haar aan om geld te vragen voor seks. „Zij was een van de slechte contacten toen. Echte vrienden had ik niet. Als ik ergens welkom wilde zijn, moest ik zorgen dat ik eten of een joint bij me had. Anders bleef de deur dicht.”
Geen puberteit
En dus gaat Mirjam in op het aanbod. Ze heeft vanaf haar twaalfde betaalde seks in auto’s, op plekken die het meisje regelt, en bij mensen thuis. Op de onlineadvertenties komen genoeg mannen af die het niet erg vinden dat ze nog lang geen achttien is. Eerst krijgt ze er zelf geld voor. Steeds vaker wil het meisje echter wat lenen, of de helft hebben. Tot Mirjam uiteindelijk blij mag zijn als ze nog iets overhoudt. „Zij regelde de klanten, dus nam ze waar ze volgens zichzelf recht op had.”
Op dat moment denkt Mirjam echt dat het meisje haar helpt. „Nu pas zie ik hoezeer ze mijn leven heeft verwoest. Ik heb geen puberteit gehad, heb mijn gevoel moeten uitschakelen. Het vertrouwen in mensen ben ik kwijt.”
Om te overleven verdooft Mirjam zich steeds vaker. „Sinds ik uit huis ben gezet, heb ik nog één keer op een normale school gezeten. ’s Ochtends nam ik een buisje GHB, in de toiletten snoof ik lijntjes speed en in de pauze rookten we op het schoolplein joints. Na vier weken ben ik van school gestuurd.”
Geweten
Na anderhalf jaar prostitutie, als Mirjam veertien is, beseft het meisje dat haar de prostitutie in praatte, dat het bergafwaarts gaat met Mirjam. „Ze kreeg toen zelf, op 17-jarige leeftijd, een kind. Haar geweten begon denk ik te spreken.” Stoppen met de prostitutie kan Mirjam dan echter al niet meer. „Ik was verslaafd, had geld nodig. Ze kreeg me er niet meer uit.”
Een netwerk met mensen die wél het beste voor haar zoeken, heeft Mirjam niet. Haar adoptieouders ziet ze niet meer. En dus zwerft ze rond, terwijl ze leeft van het geld dat de prostitutie oplevert. „Het was zo’n gekke wereld. Mijn dag- en nachtritme waren weg. Soms kon ik me dure etentjes veroorloven, met andere vrienden uit dat wereldje. Dan hadden we de grootste lol met elkaar. Maar uiteindelijk was niemand echt gelukkig.”
Zelf beleeft Mirjam ook veel angstige ogenblikken. „Ik ben neergestoken door een klant. Ook is mijn adres weleens online gezet. En ooit kwam ik in een huis waar vier mannen zaten te wachten. Ik kon op het nippertje wegrennen.”
De enige echt mooie herinnering uit die tijd was een weekendje op een camping in het Brabantse Chaam, ter ere van haar eenentwintigste verjaardag. „Daar was het stil, en was ik ver weg van alle ellende. Het was superrelaxed.”
Nachtmerries
Maar al met al is Mirjam diep ongelukkig. „Ik was op. Ik had geen moment rust. Overdag was ik paranoïde, zat ik met de gordijnen dicht en twee messen in mijn handen om mezelf te verdedigen. ’s Nachts werd ik geteisterd door nachtmerries.” De jonge vrouw doet een aantal zelfmoordpogingen, maar die mislukken. Later dient ze een euthanasieverzoek in. „Ik had niemand om voor te blijven leven.”
Als ze op haar negentiende vier maanden lang in een tent haar klanten ontvangt, komen politieagenten langs. Ze dreigen Mirjam te vervolgen als ze geen hulp zoekt. „Zo ben ik in contact gekomen met Monique, van Scharlaken Koord. Zij stond naast me. Daardoor hebben we zoveel bereikt. Ze hielp me met basale dingen, zoals het aanvragen van een identiteitskaart en het openen van een bankrekening. Op die manier ben ik ook in een opvang terechtgekomen.”
Iets anders trekt haar er uiteindelijk doorheen. Ze raakt zwanger. „God gaf me een kind. Toen ging bij mij direct de knop om. Voor mezelf wilde ik niet meer leven, maar wel voor haar. Zij is mijn redding.”
En dus stapte Mirjam drie jaar geleden uit de prostitutie, omdat ze niet wil dat haar kind in zo’n omgeving moet opgroeien.
Met dat ze haar oude leven achter zich laat, staat ze er niet alleen voor, hoewel de vader van haar kind in het buitenland zit. Ze vindt een „nieuwe familie”, in de kerk.
Op haar achttiende drukt iemand voor het eerst een folder van een christelijke gemeente in haar handen, vertelt Mirjam. Een paar jaar later ontvangt ze er weer een. Thuis vindt ze die dag de oude folder. „Vraag me niet hoe die al mijn verhuizingen heeft overleefd. Ik zag het als een wonder, maar was bang om de kerk in te stappen. Ik vreesde dat mensen al aan mijn hoofd konden zien wat mijn verleden is.” Ze wijst naar haar gouden tand en naar haar tatoeages.
Op nieuwjaarsdag, twee jaar terug, waagt ze toch de stap. Sindsdien slaat ze geen dienst over.
Ze wil anderen helpen en volgde een opleiding tot ervaringsdeskundige. „Ik heb heel veel ellende meegemaakt. Nu is het mijn taak ook anderen uit deze wereld te trekken.” Maar ze is ook bezig met een ander project, een oude droom. „Ik heb koken en bakken altijd leuk gevonden. Al jong riep ik dat ik later patissier wilde worden. Sinds een paar maanden verkoop ik online cupcakes, taarten en andere zoetigheden. Mijn wens is dat dit bedrijf zal uitgroeien, zodat jongeren met problemen er kunnen werken. Zo hoop ik ze te behoeden voor de criminele wereld.”
Wegens privacyredenen is Mirjams naam gefingeerd. Haar echte naam is bij de redactie bekend.
Hebt u hulp nodig? Dan kunt u contact opnemen met 113 Zelfmoordpreventie via 113 of 0800-0113 (24 uur bereikbaar) en 113.nl.