Hoogleraar: zeven vertrekkende lijsttrekkers niet uitzonderlijk
Sinds de val van het kabinet hebben tot nu toe zeven lijsttrekkers laten weten niet nog een keer de lijst te willen trekken. Dat kunnen er meer worden, want een aantal denkt er nog over na, zoals Kees van der Staaij van de SGP. Toch zijn zeven vertrekkers niet uitzonderlijk. De verkiezingen van maart 2021 telden acht nieuwe lijsttrekkers.
„Dat was toen opmerkelijk”, zegt Bert van den Braak, bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis. Het feit dat er nu weer veel lijsttrekkers vertrekken, heeft volgens hem mogelijk te maken met de steeds grotere druk op bestuurders en politici, zeker via social media.
Bij een aantal lijsttrekkers dat heeft aangegeven te stoppen, hebben volgens Van den Braak persoonlijke omstandigheden een rol gespeeld. Dat is onder meer zo bij Sigrid Kaag (D66) en Sylvana Simons (BIJ1). Bij Wopke Hoekstra (CDA) waren al langer twijfels of die rol paste bij zijn ambitie, vertelt de hoogleraar.
Als de eerder vertrokken lijsttrekkers van 2021 worden meegeteld, Lilianne Ploumen (PvdA) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie), komt het saldo vertrekkende lijsttrekkers uit op negen. Zij verlieten respectievelijk in april 2022 en januari 2023 de politiek.
Opvallend vindt Van den Braak dat lijsttrekkers voorheen „minder uit het niets kwamen” dan nu. Zo volgde Hans Dijkstal in 1998 Frits Bolkestein bij de VVD op en Ad Melkert in 2002 Wim Kok bij de PvdA. Zowel Dijkstal als Melkert waren al jarenlang bekende gezichten op het Binnenhof. De huidige kandidaatlijsttrekkers voor VVD (Dilan Yeşilgöz) en D66 (Rob Jetten) lopen beduidend minder lang mee, stelt Van den Braak.
Zo veel vertrekkende lijsttrekkers is een nadeel, net zoals de vele Kamerleden die na elk verkiezingen vrijwillig of gedwongen niet meer terugkeren, vindt de hoogleraar. Expertise gaat verloren en de drempel om de stap naar de politiek te maken wordt groter. „Dat is iets wat je niet wilt. Mensen deinzen mogelijk terug om de politiek in te gaan, omdat ze geen zin hebben om van alles over zich heen te krijgen.”
Tot nu toe hebben dertien Kamerleden laten weten na de verkiezingen te stoppen. Het is daarnaast de vraag of de Kamerleden die willen blijven na 22 november terugkeren. Dat hangt af of en welke plek ze op de kandidatenlijst krijgen, en de verkiezingsuitslag. „Bij D66 zal de helft waarschijnlijk niet terugkomen”, denkt Van den Braak, gezien de peilingen.
Na de verkiezingen van 2017 vertrokken 71 van de 150 Kamerleden en na die van 2021 68 Kamerleden. Bij de tussentijdse Kamerverkiezingen in 2012 traden relatief weinig nieuwe Kamerleden aan: 49.