Het Gesprek met Elise van Hoek: Altijd proberen hoop te zoeken
Ze wil graag iets van de boodschap van het Evangelie laten horen in de maatschappij. Dat doet Elise van Hoek-Burgerhart (45) door als beleidsmanager van de NPV bij te dragen aan de discussie over onderwerpen als abortus en euthanasie. „Ik zie het als een uitdaging om op zoek te gaan naar argumenten waar ook seculiere mensen vatbaar voor zijn.”
Nog even en dan begint de vakantie van vier weken. Heerlijk, zo’n lange periode vrij, vindt Elise van Hoek-Burgerhart uit Amersfoort. „Qua werk valt dat prima te organiseren, want in de zomer is de Tweede Kamer met reces en ligt de politiek meestal stil.”
Toch zijn de laatste loodjes deze keer net wat intensiever dan normaal, want het kabinet is net gevallen en dat heeft concrete gevolgen voor de manager onderzoek & beleid van de NPV, een organisatie die opkomt voor de bescherming van het leven. Samen met haar team doet ze er alles aan om kwetsbaar leven te beschermen, vanuit Bijbels perspectief. Ze doet onderzoek naar onderwerpen als euthanasie en abortus, volgt de politieke agenda intensief en probeert de discussie op het gebied van de medische ethiek te beïnvloeden door achter de schermen actief te lobbyen. „Het is afwachten welke coalitie er straks gaat komen. Op dit moment liggen er bijvoorbeeld vergaande wetsvoorstellen op het gebied van embryo-onderzoek en draagmoederschap. Ik heb niet de illusie dat deze thema’s straks van de agenda gaan verdwijnen, maar als er andere partijen dan de VVD en D66 aan de macht komen, kan dat voor ons positief nieuws zijn. Het is een bijzondere periode.”
1 Wie ziet u als u in de spiegel kijkt?
„Ik zie iemand die op een nieuwsgierige manier in het leven staat. Ik ben betrokken op de mensen om me heen, met mijn gezin op de eerste plaats. Als het goed gaat met mijn man en de kinderen ben ik ook blij.
Verder zie ik mezelf als iemand die allerlei rollen heeft. De zorg voor mijn gezin, een stukje mantelzorg voor mijn ouders die gezondheidsklachten hebben en mijn werk dat me best in beslag neemt. Qua baan zit ik echt op mijn plek, het gaat om hele wezenlijke dingen in het leven van mensen. Het fijnste vind ik dat het mijn hart raakt en dat houdt me gedreven. Al kan ik het ook pittig vinden om continu bij te houden wat er gebeurt op medisch-ethisch gebied en mijn dossierkennis op orde te houden. Er is altijd meer werk dan dat er mensen zijn, daar kan ik weleens somber van worden. Maar daar staat tegenover dat je soms net op het juiste moment een telefoontje van iemand krijgt, of een contact dat je verder helpt. Daar zie ik Gods zegen in.
Natuurlijk heb ik ook dromen. Ik zou graag meer willen schrijven en meer willen investeren in onderzoek. Al ben ik de laatste jaren ook tot het inzicht gekomen: niet alles kan tegelijk. Ik heb een gezin met tieners om me heen die mijn aandacht nodig hebben. Bepaalde dingen die ik graag zou willen doen moeten misschien nog een aantal jaar wachten. En dat is ook goed. Ik dien er niemand mee om alles tegelijk te willen doen. Er zit een roeping in mijn werkzaamheden, maar roeping hoeft je ook niet helemaal leeg te zuigen.”
2 Waar en hoe komt u tot rust?
„Als iedereen ’s morgens de deur uit is, ga ik heerlijk met een kop koffie op de bank zitten. Dan lees ik iets, bijvoorbeeld de psalm die we bij het ontbijt hebben gelezen. Of ik kijk naar de tuin en mijmer wat.
Daarnaast probeer ik elke dag een halfuur te lopen. Soms maak ik de wandeling iets langer en luister ik naar een podcast.
De zondag is ook een waardevolle rustdag. We gaan naar de kerk en brengen tijd door met elkaar als gezin. Lekker lezen of een spelletje doen. We hebben een zoon die het liefst zo lang mogelijk een bordspel doet. Dat levert weleens wat discussie op, want ik hoef niet de hele middag risk te spelen. Op zondagmiddag ga ik ook vaak een eind wandelen en ik vraag altijd even of er iemand mee wil.
Die rustmomenten zijn belangrijk voor mij. Als ik een paar dagen te gefocust bezig ben geweest, merk ik dat het een chaos wordt in huis en in mijn hoofd. Dan maak ik een pas op de plaats.”
3 Wat vindt u belangrijk in uw vakantie?
„We zijn als gezin jarenlang naar Denemarken gegaan. Dat is een heerlijk land. Je hebt er veel vakantieparken met huisjes aan de kust waar je dicht op het strand zit. Soms heb je de mooiste stranden helemaal voor jezelf. De kinderen vroegen elk jaar: Gaan we weer naar Denemarken? Maar nu ze groter zijn, vind ik het ook leuk om iets te zien in de vakantie. En ik houd erg van wandelen. Dus nu gaan we voor het derde jaar naar Zwitserland op vakantie.
Behalve dat ik wandel, proef ik ook graag iets van de cultuur door mensen te spreken die er wonen. Als je een kerkdienst bezoekt in het buitenland, levert dat mooie gesprekken op. Het is waardevol om te beseffen dat er over de hele wereld christenen leven; je kijkt buiten je eigen land en je eigen kerkmuren.
Maar het allermooiste van de vakantie vind ik dat we lekker met z’n allen zijn. In de auto luisteren we graag een luisterboek dat we van tevoren uitkiezen. Dat van dit jaar ligt al klaar: ”Geheimen van het wilde woud” van Tonke Dragt.
Naast het vakantievieren heb ik trouwens stiekem wel een lijst met klusjes in mijn hoofd. De vakantietijd zie ik ook als een periode om dingen uit te denken of iets praktisch te doen in huis. We hebben een wat ouder huis, dus er is altijd genoeg te doen.”
4 Welk boek ligt er momenteel op uw nachtkastje?
„Ik lees meestal een aantal boeken door elkaar heen, vaak literatuur over actuele ethische thema’s die gerelateerd zijn aan mijn werk. Bijna alles is in het Engels, want in die taal wordt er meer gepubliceerd vanuit christelijk en klassiek perspectief. Een aanrader is bijvoorbeeld ”Love thy body” van Nancy Pearcy.
Op mijn nachtkastje heb ik geen boeken liggen, maar tijdens mijn rustmoment in de ochtend lees ik soms uit ”Zondagmorgen” van Willem-Jan Otten. Hij is op latere leeftijd rooms-katholiek geworden en heeft in dit boekje allerlei gedachten opgeschreven uit de coronatijd, toen hij niet naar de mis kon. Voor elke zondag is er een fragment en zo ga je samen met hem door het kerkelijk jaar. Otten kan prachtig schrijven. Ik vind het mooi dat je even wordt opgetild in een andere werkelijkheid.
Waar ik trouwens ook graag door blader: Ecclesia, het blaadje van de Stichting Vrienden van Dr. H.F. Kohlbrugge. Daar staan mooie artikelen en boekrecensies in.”
5 Met welke persoon uit heden of verleden zou u weleens (hebben) willen praten?
„Met mijn oma, de moeder van mijn moeder. Ze was al overleden toen mijn ouders trouwden, dus ik ken haar alleen van foto’s. Ze is getrouwd met een weduwnaar met twee zoontjes en heeft daarna zelf nog negen kinderen gekregen. Mijn moeder werd geboren toen mijn oma al 45 was.
Ik zou zo graag willen weten wie ze was, hoe ze een gezin runde in die tijd. Qua hulpmiddelen hebben we nu veel meer tot onze beschikking dan vroeger, maar toch zijn we allemaal druk. Hoe zou zij daarnaar kijken? Ik vind het jammer dat dit stukje geschiedenis echt geschiedenis voor mij is.”
6 Waar luistert u naar?
Lachend: „Ik ben getrouwd met een man die het liefst altijd naar muziek luistert, terwijl ik juist ook erg van stilte houd. Gelukkig gaat het goed hoor. Maar vooral op zondag klinkt hier altijd muziek op de achtergrond.
Al onze kinderen bespelen een muziekinstrument en dat geeft ook aardig wat reuring. Eentje speelt piano, dus die moet sowieso beneden in de woonkamer spelen. De ander speelt cello en twee hebben een viool. Zij willen ook allemaal graag beneden spelen, dus het levert weleens discussie op over wie wanneer mag oefenen.
Onze oudste oefent veel en ze speelt lange stukken in allerlei stijlen. Ik herken lang niet alles, maar soms hoor ik ineens iets bekends. Dan vraag ik: „Is dit Bach?” „Ja, dit is Bach mama”, klinkt het dan. Bach is toch echt het allermooiste.
Als ik ga wandelen, de strijk doe of naar mijn werk rijd, vind ik het prettig om een podcast te luisteren. De podcast van ”De Nieuwe Wereld” luister ik graag, dat zijn lange gesprekken over maatschappelijke veranderingen op het gebied van onder andere technologie, cultuur en klimaat. Op dit moment beluister ik de podcast van Suzanna Jansen, ”De eeuw van de vrouw”. Leerzaam, maar soms loop ik ook met kromme tenen. Over handelingsbekwaamheid, stemrecht en meer mogelijkheden voor vrouwen ben ik ook positief. Maar: laten we niet doorslaan in het idee dat opkomen voor vrouwenrechten iets is wat voor alle vrouwen hetzelfde inhoudt. Zo denk ik dat veel vrouwen in Nederland blij en tevreden zijn met de deeltijdcultuur die we hier hebben. De drive om dat te willen veranderen: wat zit daarachter? Is dat echt wat vrouwen willen?”
7 Wat is de missie van uw leven?
„Van betekenis zijn, iets van de boodschap van het Evangelie proberen uit te dragen in de maatschappij. Ik denk dat het belangrijk is om altijd het gesprek met andersdenkenden te blijven zoeken. Soms wordt de Nederlandse cultuur kritisch als een poldercultuur afgeschilderd, maar ik zou het benoemen als een samenleving waar we met elkaar in gesprek proberen te blijven. Je ziet wel dat daar spanning op staat, dat het lastiger wordt om dat te doen. Voor mezelf zie ik het op medisch-ethisch gebied als een uitdaging om op zoek te gaan naar argumenten waar ook seculiere mensen vatbaar voor zijn. Ook al doe ik mijn werk vanuit de diepe overtuiging dat God de Schepper van het leven is, maar als dat het enige argument is dat ik inbreng in een discussie, dan ben je snel uitgepraat. Dan zeggen mensen: Ja, dat is jouw opvatting, maar ik geloof niet in God, dus…
Meer dan ooit staan we als mensheid voor de vraag: wat betekent het om mens te zijn? Op allerlei manieren zie je dat mensen steeds meer gezien worden als een object, een ding, een nummer. Sommige wetenschappers willen bijvoorbeeld embryo’s kweken voor onderzoek. Daarmee reduceer je menselijk leven tot iets waar je mee kunt doen wat je wilt. Als we het normaal gaan vinden dat embryo’s van de staat of van wetenschappers zijn, dan creëert dat een fundamenteel andere visie op het mens-zijn. Wat sommige wetenschappers willen, is op alle manieren grensoverschrijdend en kan de werkelijkheid na ons veranderen. Gelukkig zie je dat er wereldwijd ook onderzoekers zijn die zeggen: Dit kunnen we niet zomaar doen, hier moet goed over nagedacht worden en hier moet wetgeving over komen. Er is een besef dat onderzoek als dit te ver gaat. Ik ben ervan overtuigd dat dit besef door God gegeven is.”
8 Welke Bijbeltekst betekent veel voor u?
„Klaagliederen 3:22-24 is een heel belangrijk Bijbelgedeelte voor mij. „Het is de goedertierenheid van de Heere dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw! Mijn deel is de Heere, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.”
Dit gedeelte las de predikant toen ik uit het ziekenhuis kwam na een periode van ziek-zijn. Ik praat er niet zo vaak over, maar toen ik 20 was, heb ik schildklierkanker gehad. Mijn schildklier is weggehaald en sindsdien slik ik hormonen zodat mijn stofwisseling goed wordt geregeld.
Die Bijbeltekst maakte zo veel indruk op me dat de woorden sinds die tijd als een soort motto zijn meegegaan in mijn leven. Als je ernstig ziek bent, besef je je eigen kleinheid, hoe kwetsbaar je bent. En toch het besef dat wat er ook gebeurt, Hij er elke morgen weer opnieuw voor je is.”
9 Terugkijkend op de voorbije jaren: wat was een diepte- en wat een hoogtepunt?
„Mijn ziekte was op een bepaalde manier zeker een dieptepunt. Ik was nog zo jong. Natuurlijk heb je mensen om je heen die meeleven, maar tegelijkertijd was het een crisiservaring die uniek is als je 20 bent. Je bent bezig met je toekomst en die staat opeens op losse schroeven. Het is een ervaring die je niet kunt delen met je leeftijdsgenoten, want die zijn met hun eigen dingen bezig. Dat heb ik destijds best alleen gevonden.
Een van de hoogtepunten in mijn leven vind ik ons gezin. Ik kan er ontzettend van genieten als er gezelligheid is in huis. Het gaat echt niet altijd van een leien dakje, maar toch wordt er ook veel gelachen. Als er verjaardagen gevierd worden en de tuin zit vol met vrienden en familie, vind ik dat een hoogtepunt.”
10 Hoe kijkt u naar de toekomst?
„Als ik binnen ons eigen huis kijk: ik hoop dat het met de kinderen goed blijft gaan, dat we de ouders kunnen zijn die ze nodig hebben. Nu de oudsten tieners zijn, ervaar ik dat ze andere zorg nodig hebben. Niet meer zo praktisch, maar meer begeleidend. Ik vind de voorbeeldfunctie die je als ouder hebt soms best een uitdaging. De kinderen kijken naar hoe ik dingen doe, dus je wilt graag het goede voorbeeld geven. Daar voel ik mezelf soms in tekortkomen.
Als ik buiten de wereld van ons gezin kijk, vind ik het best spannend wat er politiek gaat gebeuren nu het kabinet is gevallen. Gaat het lukken om de samenleving bij elkaar te houden? Wat betekent christen-zijn in deze tijd? Vinden we als christenen voldoende energie om het geloof uit te dragen? Steunen we de jongere generatie die er meer alleen voor zal komen te staan?
Tegelijkertijd zie je een nieuwe openheid en interesse. Er zijn veel vragen, maar tegelijk vind ik het niet goed om erg desolaat of negatief over de toekomst te praten. Met Pasen belijden we: Jezus is overwinnaar, van zonde, ziekte en de dood. Je mag daarom altijd proberen hoop te zoeken.”