Bruins Slot past aangekondigde kieswet aan
Een al aangekondigde kieswet van het kabinet-Rutte IV, die was bedoeld om de band tussen kiezer en gekozene te versterken, wordt niet meer aan de Tweede Kamer voorgelegd.
De opzet ervan is zodanig gewijzigd dat het kabinet eerst een nieuw advies van de Raad van State wil, zo heeft demissionair minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) de Tweede Kamer laten weten.
De wet zou veel meer dan nu het geval is onderscheid maken tussen stemmen op een partij (zonder een kandidaat te selecteren zoals bijvoorbeeld de lijsttrekker), en rechtstreekse stemmen op een specifieke kandidaat. Het aantal behaalde zetels zou namelijk gaan fhangen van de som van de lijststemmen plus de kandidaatstemmen, waarbij eerst het aantal zetels dat een partij via lijststemmen heeft verworven wordt verdeeld over de kandidaten in de volgorde van hun plaats op de lijst. De resterende zetels zouden vervolgens gaan naar de kandidaten die individueel achtereenvolgens de meeste stemmen hebben behaald.
Na kritiek van onder andere de Raad van State keerde Bruins Slot de volgorde om: dus eerst de toewijzing van de kandidaatszetels en daarna pas die van de restzetels. Ze deed dat in de veronderstelling dat de door partijen zelf opgestelde volgorde van kandidaten daarmee minder fors zou worden doorbroken, maar liet die aanname volledigheidshalve nog onderzoeken.
Zo kwam er een averechts effect aan het licht, althans voor Provinciale Staten-, gemeenteraads- en waterschapsverkiezingen. Waar bij die verkiezingen normaal gesproken zo’n 1 op de 10 kandidaten kans ziet op eigen kracht de lijstvolgorde te doorbreken, zou dat als gevolg van de voorgenomen wijziging kelderen naar slechts zo’n 1 op de 50. „Hierdoor komt de met dit wetsvoorstel gewenste versterking van de persoonlijke en lokale componenten onder druk te staan”, constateert Bruins Slot.
Als gevolg daarvan keert ze op haar schreden terug: de lijststemmen komen weer voor de kandidaatstemmen. Voor de zekerheid voegt ze er nog een nieuw element aan toe en dat is een kleine kiesdrempel voor de kandidaatszetels. Die komt neer op 2 procent van de kiesdeler, behalve bij lokale verkiezingen met hooguit 18 raadsleden. Daar is een kiesdeler van 4 procent.
Haalt een kandidaat die in aanmerking komt voor een kandidaatszetel de drempel niet, dan komt de betreffende zetel toe aan de hoogstgeplaatste (nog niet verkozen) kandidaat op de door de partij opgestelde lijst. Op die manier wil Bruins Slot voorkomen dat een kandidaat met een zeer marginaal aantal kandidaatsstemmen een zetel verwerft.
Of het wetsvoorstel ooit de eindstreep haalt, zal pas blijken na de verkiezingen van 22 november.